Chemische reacties

1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
ChemieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Welke stoffen zijn de reagentia bij de verbranding van magnesiumlint?

Slide 5 - Question ouverte

Welke stof is het reactieproduct bij de verbranding van magnesiumlint?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Wanneer een metalen hek lange tijd in de regen staat, ontstaat er roest (ijzeroxide). Wat is het reactieproduct?
A
Fe en O₂
B
Fe₂O₃
C
Fe
D
FeO en O₂

Slide 8 - Quiz

Bij de verbranding van aardgas (methaan) ontstaat er koolstofdioxide en waterdamp. Welke stoffen zijn de reagentia?

A
CH₄ en CO₂
B
CO₂ en H₂O
C
CH₄ en O₂
D
H₂O en O₂

Slide 9 - Quiz

Tijdens de fotosynthese zetten planten koolstofdioxide en water om in glucose en zuurstofgas. Wat zijn de reagentia?
A
koolstofdioxide en water
B
glucose en zuurstofgas
C
zuurstofgas en water
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Welke van de volgende beweringen is juist tijdens een chemische reactie?
A
Atomen kunnen worden gecreëerd of vernietigd.
B
Atomen worden herschikt, maar niet gecreëerd of vernietigd.
C
Atomen worden geabsorbeerd in de reactie.
D
De massa van de reactieproducten is altijd groter dan die van de reagentia.

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Welke wet wordt er in dit voorbeeld geïllustreerd?

Slide 18 - Question ouverte

Bij de reactie tussen waterstofchloride en ammoniak ontstaat ammoniumchloride. Men voegt 3,6 g waterstofchloride toe aan 1,7 g ammoniak. Hoeveel gram ammoniumchloride wordt er op die manier gemaakt?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Wat gebeurt er bij een exo-energetische reactie?
A
Er wordt energie opgenomen.
B
Er wordt energie vrijgegeven.
C
Er gebeurt niets met de energie.

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Op welke manier bereken je de reactie-energie (∆E)?
A
ΔE=EreagentiaEreactieproducten
B
ΔE=EreactieproductenEreagentia

Slide 40 - Quiz

Bepaal de reactie-energie voor de reactie die via het energiediagram weergegeven wordt.
∆E =

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Wat gebeurt er bij een endo-energetische reactie?
A
Er wordt energie opgenomen.
B
Er wordt energie vrijgegeven.
C
De reactie stopt.

Slide 44 - Quiz

Bepaal de reactie-energie voor de reactie die via het energiediagram weergegeven wordt.
∆E =

Slide 45 - Question ouverte

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Vidéo

Wat is een voorbeeld van een endo-energetische reactie?
A
vuurwerk
B
opstijgen van een raket
C
fotosynthese
D
explosie

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Diapositive

exo-energetische reactie
endo-energetische reactie
vuurwerk
cold pack activeren
verbranding van hout
ontploffing
werking batterij
ei bakken

Slide 52 - Question de remorquage

exo-energetische reactie
endo-energetische reactie

Slide 53 - Question de remorquage

endo-energetische reactie
exo-energetische reactie
chemische energie -> stralingsenergie
warmte-energie -> chemische energie
∆E > 0
∆E < 0

Slide 54 - Question de remorquage