Herhaling 6.1 en 6.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

6.1.1

Je hebt alleen je boek en een pen nodig!

6.1.1

Vandaag:

Herhalen 6.1 en 6.2.

Leren voor de toets/Blooket.

Specerijen.

Voedsel op smaak brengen.

Voedsel bewaren.

Medicijn.

Naar het oosten.

Gevaren: scheurbuik, stormen en muiterij.

Cornelis de Houtman voer via het oosten, daarom werden deze gebieden Oost-Indië genoemd.

Vasco da Gama voer als eerste Europeaan om Afrika heen en bereikte Indië.

Willem Barentsz wilde via het noorden een route naar Indië vinden (korter, Portugezen ontlopen). Hij kwam vast te zitten in het ijs. 

Naar het westen.

Christoffel Columbus. Italiaanse zeevaarder.

Wilde via het westen naar het oosten.

Kwam in Amerika, maar dacht dat hij in Indië was aangekomen.

Daarom noemde hij de inheemse bevolking indianen.

Amerigo Vespucci.

Ontdekte dat het gebied niet Indië was, maar een heel nieuw werelddeel.

Het gebied werd West-Indië genoemd.

Later werd het werelddeel naar hem vernoemd!

Inheemse samenlevingen. 

Sommige volken leefden als jager-verzamelaars.

Andere volken hadden een ontwikkelde cultuur en woonden in grote steden.

Maya's en Azteken in Mexico en de Inca's in Peru.

In het rijk van de Azteken woonden ongeveer 20 miljoen mensen.

Tenochtitlan.

Heet nu Mexico-Stad.

Groter dan Europese steden.

Mensen werden geofferd.

Hernán Cortès.

Veroverde Tenochtitlan in 4 maanden. Hierbij gebruikte hij veel geweld.

Met een leger van 500 soldaten veroverde hij een rijk met miljoenen mensen.

De Azteken hadden geen paarden, geen vuurwapens en waren niet bestand tegen Europese ziektes zoals de griep, mazelen en pokken.

Zwaar werk.

De Spanjaarden hadden zilvermijnen gevonden. Ze dwongen de inheemse bevolking om in de mijnen te werken.

Er gingen veel mensen dood aan Europese ziekten. De Spanjaarden kochten tot slaaf gemaakte mensen in Afrika om in de mijnen te werken. 

Zo begon de slavernij in Amerika.

Zilvervloot.

Vervoerde het goud en zilver naar Spanje.

Dit leverde de koning veel geld op, hier voerde hij oorlog mee. Ook tegen de Republiek.

Piet Hein (Nederlandse kapitein) veroverde in 1628 een deel van de zilvervloot.

6.2.2

Productie en handel op de hele wereld.

Nieuwe producten zoals tabak en cacao.

Ook gewassen uit Oost-Indië (suikerriet, koffiebonen en katoen) groeiden goed in Amerika.

Op grote landbouwbedrijven werd vaak één van deze gewassen verbouwd (plantage).

6.2.2

Slavernij.

Op de plantages werd het werk gedaan door tot slaaf gemaakte mensen uit Afrika.

De tot slaaf gemaakte Afrikanen werden slecht behandeld. 

Tijdens de reis verloren veel Afrikanen het leven en op de plantage kregen ze een brandmerk.

Europa en de wereld.

Spanjaarden, Portugezen, Engelsen, Nederlanders en Fransen trokken naar plekken over de hele wereld.

Ze stichtten handelsposten.

Al snel gingen ze een groter gebied wonen. Dat gebied werd een kolonie.

Gevolgen van de Europese overzeese uitbreiding (handelsposten en kolonies).

Economisch: de Europeanen verdienden veel geld.

Cultureel: bijvoorbeeld het overnemen van de taal en geloof.

Politiek: de Europeanen gingen heersen over de gebieden en inheemse bevolking.

Sociaal: de inheemse bewoners raakten hun vrijheid kwijt.

6.1.1

Leren voor de toets.