Les 12 A2-B1 Belgielaan

Huiswerk voor 10-4

  • Grammatica thema 3:
---> 2.23 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, regelmatig: Ik werkte. Ik belde de dokter.
---> 2.24 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, onregelmatig: Ik kwam thuis. Ik ging naar huis.
  • Thema 3 - taak 3 - 1 tot en met 6

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Beroepsopleiding

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Huiswerk voor 10-4

  • Grammatica thema 3:
---> 2.23 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, regelmatig: Ik werkte. Ik belde de dokter.
---> 2.24 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, onregelmatig: Ik kwam thuis. Ik ging naar huis.
  • Thema 3 - taak 3 - 1 tot en met 6

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Het journaal in makkelijke taal
  • Grammatica:
    ---> 2.23 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, regelmatig: Ik werkte. Ik belde de dokter.
---> 2.24 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, onregelmatig: Ik kwam thuis. Ik ging naar huis.
  • Thema 3 - taak 3 - woorden
  • Thema 3 - taak 3



Slide 2 - Diapositive

Het journaal in makkelijke taal
Mensen ziek van stress

Slide 3 - Diapositive

2.24 het werkwoord, onvoltooid verleden tijd, onregelmatig: Ik kwam thuis. Ik ging naar huis.
https://wordwall.net/nl/resource/3495938/onregelmatige-werkwoorden
Wie weet het woord in het imperfectum?
Maak samen een zin in het imperfectum! 
Pas op! Onregelmatig!

Slide 4 - Diapositive

Thema 3 - taak 3 - woorden
Bekijk de woordenlijst van taak 3. Ken je alle woorden?
Welke woorden zijn moeilijk of onduidelijk?


Opdracht:
Neem een dictee af bij je medecursist!

Slide 5 - Diapositive

Thema 3- taak 3 - Ik heb last van stress
We lezen de tekst op bladzijde 49

Slide 6 - Diapositive

De tekst op bladzijde 49
  • Je ergert je dan misschien wat sneller aan dingen 
  • Je kunt je niet goed concentreren op je werk of je studie.
Wat valt jullie op in deze zinnen?

Slide 7 - Diapositive

Reflexieve werkwoorden
Zich ergeren
Je ergert je dan misschien wat sneller aan dingen 
Ik erger me dan misschien wat sneller aan dingen

Zich concentreren
Je kunt je niet goed concentreren op je werk of je studie.
Ik kan me niet goed concentreren op je werk op studie

Slide 8 - Diapositive

Reflexieve werkwoorden
Zich voelen

Ik voel me                                                                Wij voelen ons
Jij voelt je                                                               Jullie voelen je
Hij voelt zich                                                          Zij voelen zich 
Zij voelt zich

Kunnen jullie wat zinnen maken met 'zich voelen'?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Thema 3- taak 2- Ik moet u even onderzoeken
We doen opdracht 2 tot en met 8

Slide 11 - Diapositive