Hoofdstuk 1 Het werkveld van commercie

Customer Journey
Leerjaar 1 | 2024 - 2025
Periode 1  | Lesweek 2

Docenten
Conny Nienhuis 
Elise van der Velde
Wim Lamers

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Customer JourneyMBOStudiejaar 2-4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Customer Journey
Leerjaar 1 | 2024 - 2025
Periode 1  | Lesweek 2

Docenten
Conny Nienhuis 
Elise van der Velde
Wim Lamers

Slide 1 - Diapositive

🤝 Samenwerken doen we zo
🚰 Drinken (water) mag, eten doe je buiten het lokaal.

🕘 Kom op tijd. Deur dicht? De docent haalt je van de gang.

📵 Telefoon weg in je jas of tas, tenzij de docent anders aangeeft.

📚 Tas van tafel en jas uit. Pak na binnenkomst meteen je lesmateriaal. 

Docent aan het woord. Stil zijn en luisteren. Ook zijn de laptops dicht.


Slide 2 - Diapositive

✅ Presentie: Fijn dat je er bent! 😀👍

Slide 3 - Diapositive

📚 Lesmateriaal
Inspelen op de customer journey
Sarphati Commercie
ISBN 9789037264463
Zowel boek als digitale leeromgeving.

+ Syllabus: Leereenheid Customer Journey 1

Belangrijk:
Zorg dat je iedere les je boek en syllabus bij je hebt!

Slide 4 - Diapositive

📋 Vandaag 
Het werkveld commercie

De nadruk bij het werkveld commercie ligt op verkopen en alles wat daarbij
komt kijken.

Slide 5 - Diapositive

📋 Leerdoelen
Je hebt inzicht in het commerciële werkveld
Je weet welke beroepen in het commerciële werkveld mogelijk zijn en 
wat die inhouden
Je begrijpt het verband tussen marketing en commercie


Slide 6 - Diapositive

Wat lijkt jou leuk aan een commercieel beroep (of niet)

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Kun je een voorbeeld uit Hoogeveen noemen?

Slide 11 - Carte mentale

Slide 12 - Diapositive

Een groothandel verkoopt schoonmaakmiddelen aan een hotelketen. Wat voor soort verkoop is dit?
A
B2C – Business to Consumer
B
B2B – Business to Business

Slide 13 - Quiz

Wat is het belangrijkste verschil tussen B2B en B2C?
A
B2B richt zich op jongeren, B2C op ouderen
B
B2B verkoopt aan bedrijven, B2C verkoopt aan consumenten
C
B2C is altijd goedkoper dan B2B
D
B2B is alleen online, B2C alleen fysiek

Slide 14 - Quiz

Welke van de volgende bedrijven is een voorbeeld van een B2C-bedrijf?
A
Een drukkerij die folders maakt voor makelaars
B
Een kantoormeubelbedrijf dat verkoopt aan scholen
C
Een webshop die gepersonaliseerde mokken aan consumenten verkoopt
D
Een softwarebedrijf dat boekhoudprogramma’s verkoopt aan accountants

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van het allereerste touchpoint dat een klant kan hebben met een supermarkt?
A
De klant rekent zijn boodschappen af
B
De klant leest een online review van de supermarkt
C
De klant loopt langs een reclamebord van de supermarkt
D
De klant doet zijn boodschappen in de winkelwagen

Slide 18 - Quiz

Welke van de volgende opties is géén touchpoint tussen klant en supermarkt?
A
De klant praat met een vriend over de supermarkt
B
De klant krijgt een kassabon met kortingsbon
C
De klant gebruikt een bonuskaart bij het afrekenen
D
De klant wordt geholpen door een vakkenvuller in de winkel

Slide 19 - Quiz

Welke touchpoints zorgen ervoor dat de klant mogelijk later terugkomt naar dezelfde supermarkt?
A
Het vinden van een parkeerplek en een karretje
B
Het aantal producten dat in de winkel ligt
C
De kassabon wordt weggegooid
D
Een vriendelijk afscheid bij de kassa en een spaarkaart

Slide 20 - Quiz

Wat is een touchpoint dat ook ná het bezoek aan de supermarkt nog invloed kan hebben op de klant?
A
De aanbieding op een schapkaart
B
De geur van versgebakken brood in de winkel
C
De e-mail met korting voor volgende week
D
De muziek die op dat moment draait in de winkel

Slide 21 - Quiz

Relatie tussen commercie en marketing
Marketing onderzoekt wat de klant wil en bedenkt strategieën om producten of diensten aantrekkelijk in de markt te zetten.
Commercie richt zich op de daadwerkelijke verkoop en het klantcontact om die producten of diensten te verkopen.

Kort samengevat:
Marketing = voorbereiden van de verkoop (denken vanuit de klant)
Commercie = uitvoeren van de verkoop (doen en verkopen aan de klant)

Samen zorgen ze ervoor dat een bedrijf succesvol kan zijn in de markt.

Slide 22 - Diapositive

Wat was het opvallendste kenmerk van de “Share a Coke”-campagne?
A
Coca-Cola maakte een nieuwe smaak speciaal voor jongeren
B
De flessen en blikjes kregen populaire voornamen in plaats van het logo
C
Ze verlaagden tijdelijk de prijs van alle flesjes met kortingstickers
D
De blikjes veranderden tijdelijk van rood naar groen

Slide 23 - Quiz

Waarom was de “Share a Coke”-campagne zo’n groot succes?
A
Omdat de flesjes alleen in dure winkels te koop waren
B
Omdat klanten konden meedoen aan een winactie met geldprijzen
C
Omdat mensen het leuk vonden om hun naam of die van vrienden te vinden en te delen
D
Omdat er een gratis bioscoopkaartje bij elk flesje zat

Slide 24 - Quiz

Wat voor effect had deze campagne op de verkoop van Coca-Cola?
A
De verkoop daalde, want niet iedereen vond zijn naam
B
De verkoop bleef hetzelfde, maar de naamsbekendheid steeg
C
De verkoop steeg flink en mensen gingen er online over praten
D
Er veranderde weinig, maar het imago werd professioneler

Slide 25 - Quiz

Kun je een voorbeeld geven van een
succesvolle marketingcampagne?

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Wat lijkt jouw een leuk beroep
(of juist helemaal niet)

Slide 30 - Carte mentale

De beroepservaring van Pepijn

Slide 31 - Diapositive

De beroepservaring van Pepijn
Beursdeelname
Stand ontwerpen en opbouwen
Promotiemateriaal verzorgen
Praten met relaties en potentiële klanten
Gegevens verzamelen voor CRM
Leads nabellen


Slide 32 - Diapositive

De beroepservaring van Pepijn



Buitendienst
Bezoeken van klanten
Verkoopverhaal
Feedback en kwaliteitscontrole
Informatie verzamelen voor mogelijke vervolg orders (acquisitie)


Slide 33 - Diapositive

Verkoopargumenten
Verkoopargumenten geven antwoord op de vraag: “Waarom zou de klant dit moeten kopen?”

Ze kunnen gaan over:
Prijs (bijvoorbeeld: “goedkoper dan de concurrent”)
Kwaliteit (“gaat lang mee”)
Gebruiksgemak (“makkelijk in gebruik”)
Uniekheid (“alleen bij ons verkrijgbaar”)
Service (“voor 22:00 besteld, morgen in huis”)

Voorbeeld:
Als je een waterfles verkoopt, kun je zeggen:
“Deze fles is herbruikbaar, BPA-vrij én houdt je water 12 uur koud.”

Dat zijn drie duidelijke verkoopargumenten.


Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Nog meer commerciële en marketingactiviteiten
Evenementenmarketing

- Cascade run Hoogeveen
- Olympische spelen





Actief ZZP-ers benaderen
Social media inzetten 

Slide 36 - Diapositive

Wat is de meest gebruikte socialmedia platform
onder jongeren volgens jou?

Slide 37 - Carte mentale

Socialmedia platforms & doelgroepen
• Instagram    – 15-30 jaar: foto's, stories, reels
• TikTok            – 10-25 jaar: korte, creatieve video's
• Facebook     – 30-65+ jaar: berichten, evenementen, groepen
• LinkedIn       – 25-55 jaar: zakelijk netwerk, vacatures
• Snapchat     – 13-25 jaar: tijdelijke foto's/video's • YouTube – 10-60+ jaar: vlogs, tutorials, infotainment
• Pinterest      – 20-45 jaar: inspiratie voor lifestyle & DIY
• X (Twitter)    – 25-55 jaar: nieuws, trends, meningen

Slide 38 - Diapositive

Functies en taken in een beroep
Functie = de rol die iemand heeft binnen een organisatie
Het geeft aan wat voor werk iemand doet of welke positie iemand heeft.
Voorbeeld: Verkoper, junior accountmanager, klantenservicemedewerker

Taken = de activiteiten die bij die functie horen
Het zijn de concrete dingen die je moet doen binnen die functie.
Voorbeeld taken van een verkoper:
Klanten helpen in de winkel
Voorraad aanvullen
Kassa draaien
Productinformatie geven

                                                                                                                                        Functie = wat je bent
                                                                                                                                        Taken = wat je doet

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Marketing versus commercie
Marketing onderzoekt wat klanten willen en bedenkt hoe je een product of dienst aantrekkelijk maakt voor de doelgroep.
Voorbeelden van marketingactiviteiten:
  • Marktonderzoek doen
  • Doelgroep bepalen
  • Reclamecampagnes opzetten
  • Social media inzetten
  • Productpresentatie verbeteren
  • Commercie richt zich op het actief verkopen van producten of diensten en het behalen van omzet.
Voorbeelden van commerciële activiteiten:
  • Verkoopgesprekken voeren
  • Offertes maken
  • Klanten benaderen
  • Omzetdoelen behalen
  • Klantrelaties onderhouden

Slide 42 - Diapositive

Pauze
pauze
15 minuten
timer
15:00

Slide 43 - Diapositive

Zelf aan de slag!

Slide 44 - Diapositive

Pauze
pauze
15 minuten
timer
15:00

Slide 45 - Diapositive

Einde les 
Wat hebben we vandaag geleerd?
Hoe ver zijn we met alle deelopdrachten?

Slide 46 - Diapositive

Bedankt voor jullie inzet en tot de volgende keer👋

Slide 47 - Diapositive