Cursus 7 - Paragraaf 3 - Met of zonder -n

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Telwoorden met of zonder -n

Leerdoelen

- Je weet wat telwoorden zijn.

- Je weet wanneer de telwoorden ze zelfstandig of bijvoeglijk worden gebruikt.

- Je weet wanneer je een telwoord met of zonder -n geschreven wordt.

Met -n

- Als de telwoorden zelfstandig worden gebruikt en betrekking hebben op personen.

- Zelfstandige gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (ouderen).

Voorbeeld: de meesten stemden bij het Eurovisie songfestival op Nederland.

Meesten is hier met -n, omdat hij hier zelfstandig wordt gebruikt en betrekking heeft op personen.

Zonder -n

- Als de telwoorden bijvoeglijk gebruikt worden (je kan het telwoord dan veranderen met het woordje mooie).

Voorbeeld: ik heb vele vriendinnen en jij bent daar eentje van.

Vele is hier zonder -n, omdat het telwoord bijvoeglijk gebruikt.  Je kan vele ook veranderen met het woord mooie: ik heb mooie vriendinnen en jij bent daar eentje van.

Uitzonderingen

- Als het telwoord te maken heeft met personen die al eerder in dezelfde zin genoemd zijn schrijf je het telwoord zonder -n. Maar dan moet je wel leerlingen nog achter het telwoord kunnen zetten.

Voorbeeld: de leerlingen waren boos en sommige (leerlingen) zelfs teleurgesteld. 

De ... burgemeesters waren aan het praten over de speeltuinen in de stad.

1. beide
2. beiden

De ... gingen na de schoolbel meteen naar huis.

1. meeste
2. meesten

... waren bang dat ze een slecht cijfer hadden voor de toets.

1. Sommige
2. Sommigen

Alle ... moesten in quarantaine

1. aanwezige
2. aanwezigen

Op 1e Paasdag had hij twintig blikjes te koop. Na een uur had hij … verkocht.

1. alle
2. allen

Van de kwijtgeraakte telefoons zijn er maar ... teruggevonden

1. enkele
2. enkelen

De ... konden heel erg goed skiën.

1. meeste
2. meesten

Veel leerlingen gaan mee naar Frankrijk, maar ... aarzelen nog.

1. sommige
2. sommigen

Afsluiting:
Maak één zin met hierin twee telwoorden. Eentje met een -n en een zonder.