Herhalingsles Steden en Staten
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
van wanneer tot wanneer is de tijd van steden en staten
A
500-1000
B
1000-1500
C
500-1500
D
750-1500
Slide 3 - Quiz
wat is geen oorzaak voor de verbeteringen in de landbouw
A
het klimaat werd warmer
B
Uitvinding van de keerploeg en halsjuk
C
Het drieslagstelsel
D
betere soorten groenten en granen.
Slide 4 - Quiz
ontginnen is ook een oorzaak voor verbeteringen in de landbouw, wat hoort niet bij ontginnen?
A
bossenkappen
B
drieslagstelsel uitbreiden
C
Dijken aanleggen en zorgen voor betere afwatering
D
moerassen droogleggen
Slide 5 - Quiz
op welke plekken zijn de meeste steden ontstaan
A
Kruising van wegen
B
Langs rivieren
C
waar marktplaatsen ontstonden
D
bij een burcht of kasteel
Slide 6 - Quiz
wat is geen voorbeeld van een ambacht
A
Priester
B
Timmerman
C
Bakker
D
Smit
Slide 7 - Quiz
De Hanzesteden zijn een groot netwerk op het gebied van handel. wat is een voordeel van de Hanze?
A
Geen tol voor andere Hanzesteden.
B
De Hanze steden werken samen
C
samen reizen voor veiligheid
D
De hanze heeft geen voordelen
Slide 8 - Quiz
Waar zorgt een gilde niet voor?
A
uitkering bij ziekte of overleiden voor het gezin
B
kwaliteitscontrole op de ambachten
C
iedereen mag het beroep uitoefenen van het gilde
D
scholing voor leerlingen
Slide 9 - Quiz
wat is geen stadsrecht
A
een eigen leger maken
B
Eigen wetten en regels maken
C
zelf rechtspreken
D
Muur bouwen om de stad
Slide 10 - Quiz
welke van de volgende groepen of personen behoren niet tot het stadsbestuur
A
Schout
B
Rakkers
C
Schepenen
D
Burgemeester
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Waarom gaat de grafiek rond 1350 naar beneden?
Slide 13 - Question ouverte
Een koning wil een grote staat en centralisatie doorvoeren in die staat. Leg uit wat een staat en centalisatie is.
