Paragraaf 6.5/6.6: Aanpassingen bij dieren en bij planten

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Herhaling paragraaf 6.3: Kringlopen

  • Uitleg paragraaf 6.4: biologisch evenwicht

  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn abiotische factoren? Geef er een voorbeeld van.

Slide 3 - Question ouverte

Wat zijn biotische factoren? Geef er een voorbeeld van.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een populatie?

Slide 5 - Question ouverte

Dus wat is het tolerantiegebied van deze soort?

Slide 6 - Diapositive

Paragraaf 6.5: Aanpassingen bij dieren

Slide 7 - Diapositive

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Een ijsbeer is met zijn dikke witte vacht goed aangepast aan de koude Noordpool. Ook andere dieren hebben aanpassingen zodat ze kunnen overleven in hun ecosysteem. De meeste aanpassingen zijn erfelijk.


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Begrippenlijst
  • Gestroomlijnd
  • Schutkleuren
  •  Zoolgangers
  • Teengangers
  • Hoefgangers
  • Kegelsnavel
  • Pincetsnavel
  • Haaksnavel
  • Zeefsnavel
  • Priemsnavel
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Waterdieren
Waterdieren zijn gestroomlijnd: er is minder weerstand.
Ze hebben ook schutkleuren: donkere rug en lichte buik.
  • Niet opvallen voor prooien
  • Niet opvallen voor roofdieren
Vissen hebben schubben met slijm, dit verkleint ook de weerstand.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Landzoogdieren
  • Zoolgangers: lopen op hun hele zool (zachte ondergrond)
  • Teengangers: lopen op hun tenen
  • Hoefgangers: lopen op het topje van hun tenen (harde ondergrond)

Warme klimaten: dunne vacht, grote oren, hoge poten
Koude klimaten: dikke vacht, kleine oren, korte poten

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Vogels
  • Kegelsnavel (zaden) + poten voor takken
  • Pincetsnavel (insecten) + poten voor takken 
  • Haaksnavel (prooien) + grijppoten
  • Zeefsnavel (watervogels) + zwemvliezen
  • Priemsnavel (zachte bodem) + hoge poten

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Paragraaf 6.6: Aanpassingen bij planten

Slide 18 - Diapositive

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Sommige mensen hebben ‘groene vingers’. Ze weten precies welke plant veel of weinig water nodig heeft. En welke plant in de schaduw moet staan en welke in het licht. Zo heeft elke plantensoort zijn eigen wensen.

Slide 19 - Diapositive

Begrippenlijst
  • Huidmondje
  • Waslaagje
  • Waterplant 
  • Luchtkanaal
  • Zonplant
  • Schaduwplant
  • Klimplant
timer
2:00

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Planten
Droge omgeving: bladeren met klein oppervlak, dikke waslaag, behaarde stengels en bladeren.
  • Dit helpt tegen de verdamping van water.

Vochtige omgeving: bladeren met groot oppervlak, geen/dunne waslaag, luchtkanalen in de stengel.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Planten
Zonplanten: groeien op plaatsen waar weinig of geen schaduw is.
Schaduwplanten: groeien het best bij weinig licht.
Klimplanten groeien naar het licht toe.

Slide 25 - Diapositive

Planten
Zonplanten: groeien op plaatsen waar weinig of geen schaduw is.
Schaduwplanten: groeien het best bij weinig licht.
Klimplanten groeien naar het licht toe.

Slide 26 - Diapositive

Kan je nu ...
- uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving?
- uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving?

Slide 27 - Diapositive

Aan de slag!
Wat:
Paragraaf 6.5: opdrachten 1 t/m 7
Paragraaf 6.6: opdrachten 1 t/m 7


Hoe:
Alleen of in tweetallen

Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? Maak een samenvatting en een begrippenlijst paragraaf 6.5 en 6.6




timer
10:00

Slide 28 - Diapositive

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 29 - Diapositive

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 30 - Diapositive