Werkwoordspelling 3F

Werkwoordspelling
Stap 1) Stam vinden en Tegenwoordige tijd
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling
Stap 1) Stam vinden en Tegenwoordige tijd

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Herhaling werkwoordspelling
- Theorie + oefeningen
- Kahoot

Donderdag 6 februari
Toets grammatica en werkwoordspelling

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stam van een werkwoord

De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen; wat je overhoudt, is de stam.




Bijvoorbeeld:

worden - en = word

leiden - en = leid

houden -en = houd


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stam van een werkwoord?

Soms ziet de stam er vreemd uit. Als je het woord moet schrijven, pas je de stam aan naar de ik-vorm




Kijk maar:

geloven - en = gelov - de ik-vorm = geloof

reizen - en = reiz - de ik-vorm = reis

lopen - en = lop - de ik-vorm = loop


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenwoordige tijd
Lopen:
Ik
Jij, hij/zij 
Wij, jullie, zij


*je/jij achter pv? enkel stam* (Loop jij naar school?) 
(Loopt je vader naar zijn werk?)

loop
loopt* 
lopen

Slide 5 - Diapositive

Alles voor het zinsdeel persoonsvorm is een apart zinsdeel
Schrijf de juiste vorm op:
Het paard (draven) door de groene wei.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de juiste vorm op:
Zij (missen) haar aansluiting.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de juiste vorm op:
(Worden) jij ook zo gek van al die updates?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordspelling
Stap 2) Verleden tijd: sterke en zwakke werkwoorden

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd 'de' of 'te' achter de stam krijgen:

brandenbrandde → gebrand
missenmiste → gemist


Nog maar net haalden we de trein.

TaXiKoFSCHiP
Meervoud>'den' of 'ten'

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke werkwoorden
Een sterk werkwoord krijgt in de verleden tijd een andere klank dan in de tegenwoordige tijd:
blijven - bleef - bleven
bedriegen - bedroog - bedrogen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is
VERVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul de juiste vorm in
Hij ...(verven)... gisteren het tuinhek

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij ...SCHRIKKEN... vanmorgen van jouw verhaal.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verleden tijd van
BIJTEN
is? (enkelvoud)
A
Bijtte
B
Bijte
C
beet
D
beette

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fietsen: Hij ............ 12 kilometer om bij jou te komen.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Saven: Zij .......... hun bestanden niet en nu zijn ze alles kwijt
A
savden
B
savete
C
saveden
D
savten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voltooid deelwoord
  • Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets al gebeurd/geweest is. 
  • Het voltooid deelwoord begint meestal met:  ge-, be-, her-, er-, ont- of ver-. 
  • Vaak staat er een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.

Zo is het (gebeuren) - Het (gebeuren) - Toen (gebeuren) het

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de juiste vorm op:
De heg wordt morgen (snoeien).

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Alles door elkaar

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de juiste vorm op:
Vroeger (faxen) we documenten.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de juiste vorm op:
Finn en Fleur (spoeden) zich vanmorgen naar het station.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf de juiste vorm op:
De (piercen) tong van Tineke vind ik maar niks.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kahoot
https://create.kahoot.it/details/bff67ec2-3232-4778-ac88-47c319a3112e 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doen
Huiswerk Nu Nederlands
Boek 2F - Lezen en luisteren
Boek 3F - Werkwoordspelling


Extra oefeningen werkwoordspelling:
www.cambiumned.nl

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions