Ook taal! - Google maps

Google maps
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenLiteratuurBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Google maps

Slide 1 - Diapositive

Ik kan het verschil tussen natuurlijke grenzen en
kunstmatige grenzen uitleggen.
Ik kan verschillende voorbeelden van natuurlijke
grenzen noemen.
Ik maak gebruik van Google maps bij het zoeken naar
informatie.



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Carte

Bespreek deze vragen:
- Wat is Google maps?
- Waarvoor kan je Google maps allemaal gebruiken?
- Heb jij Google maps al eens gebruikt? Waarvoor?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Om je locatie te weten gebruikt Google maps:
- IP-adres (desktop pc)
- Cookies (desktop pc)
- WiFi toegangspunten (tablet, smartphone)
- GPS- satellieten (smartphone)
- GSM masten (smartphone)

Zo weten ze precies waar ik zit!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Carte

Lukte het jullie de kaart van Europa te krijgen.
Hoe hebben jullie dat gedaan?!

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Carte

Slide 10 - Carte

Handig zo'n natuurlijke grens!
Ook toevallig hè, dat die grens precies zo over die rivier loopt.
Dat kan toch haast geen toeval zijn!

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Carte

Wat is hier de natuurlijke grens?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Carte

Druk hier om het terrein duidelijker te laten zien.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Carte

Even Afrika in stukken verdelen!
Dit is wél een natuurlijke grens!
Er bestaan dus natuurlijke en kunstmatige grenzen!

Slide 17 - Diapositive

Druk hier om een route te plannen.

Slide 18 - Diapositive

Vul hier je vertrekpunt en je bestemming in.

Slide 19 - Diapositive

'Youssef uit Baarle Hertog wil een dagje naar de dierentuin: Artis.'
1. Hoelang doet hij daarover wanneer hij met de auto gaat? 
2. Welke snelwegen neemt hij? 

Helaas wordt in Amsterdam zijn auto gestolen en moet Youssef met het openbaar vervoer terug naar Baarle Hertog.'
3. Hoelang doet hij er nu over? 
4. Welke vervoersmiddelen gebruikt hij dan allemaal?

Bedenk hierna zelf een verhaaltje met maximaal 5 vragen.
Beantwoord de vragen met je maatje.

Slide 20 - Diapositive

Konden jullie elkaars vragen
beantwoorden?  
Welk tweetal had er een goed/ grappig
verhaaltje bij hun vragen?
Welk tweetal had de origineelste
vraag?
Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Diapositive

Tot de 
volgende keer!

Slide 22 - Diapositive