Nederlands verleden tijd oefenen

Nederlands
vt en vtdw
oefenen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
vt en vtdw
oefenen

Slide 1 - Diapositive


Wat is juist?
A
Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.
B
Sterke werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd.

Slide 2 - Quiz

Kom met een voorbeeld van een sterk werkwoord.

Slide 3 - Question ouverte


A
Getoont
B
Getoond

Slide 4 - Quiz

(Boxen) Had je gezien hoe Mike Tyson tegen Jake Paul ...?

Slide 5 - Question ouverte

Welke zin is correct?
A
De kinderen hebben leuk gespeelt.
B
De kinderen hebben leuk gespeeld.

Slide 6 - Quiz


A
Ontruimd
B
Ontruimt

Slide 7 - Quiz

(Storten) Gisteren ... mijn moeder een aardig bedrag op mijn bankrekening.

Slide 8 - Question ouverte

(Uitvoeren) Wat heb jij het afgelopen uur ...?

Slide 9 - Question ouverte

(Snauwen) De baas had zijn personeel helemaal ...
A
Afgesnauwt
B
Afgesnauwd

Slide 10 - Quiz

(Branden) De kaarsen ... de hele avond.
A
Brande
B
Brandde
C
Branden
D
Brandden

Slide 11 - Quiz

(Trakteren) Omdat ik afgelopen weekend jarig was, heb ik mijn collega’s vandaag …
A
Getrakteert
B
Getrakteerd

Slide 12 - Quiz

(Maaien) Er werd slecht weer voorspeld, dus mijn vader heeft nog even snel het gras …

Slide 13 - Question ouverte