Voltooid deelwoord
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Hoe weten we of we het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden met een d of een t schrijven?
Slide 2 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord.
Het smeltwater heeft tot veel overstromingen (leiden)
Het smeltwater heeft tot veel overstromingen (leiden)
A
geleed
B
geleden
C
geleid
D
geleidt
Slide 3 - Quiz
Noteer het voltooid deelwoord.
Rosanne heeft een smartphone van haar vriendin (overkopen).
Rosanne heeft een smartphone van haar vriendin (overkopen).
A
geoverkoopt
B
overgekoopt
C
geleid
D
overgekocht
Slide 4 - Quiz
Noteer het voltooid deelwoord.
De opvallende poster heeft de kans (vergroten) dat meer mensen de website bezochten.
De opvallende poster heeft de kans (vergroten) dat meer mensen de website bezochten.
A
vergroot
B
vergroten
C
vergrootdt
D
vergrood
Slide 5 - Quiz
Noteer het voltooid deelwoord.
Mijn lievelingstante is vorig jaar naar Amerika (verhuizen).
Mijn lievelingstante is vorig jaar naar Amerika (verhuizen).
A
verhuizt
B
verhuizd
C
verhuist
D
verhusd
Slide 6 - Quiz
Herschrijf de zin. Maak van de pv een voltooid deelwoord.
Mijn vader schrikt van de rekening van de tandarts
Mijn vader schrikt van de rekening van de tandarts
Slide 7 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord.
Het huis van het zilveren bruidspaar was met bloemen (versieren).
Het huis van het zilveren bruidspaar was met bloemen (versieren).
A
versiert
B
versierd
C
versierdt
D
versierden
Slide 8 - Quiz
Noteer het voltooid deelwoord.
Het gras was letterlijk (verschroeien) door de zon.
Het gras was letterlijk (verschroeien) door de zon.
A
verschroeid
B
verschroeit
C
verschroeidt
D
verschroeiden
Slide 9 - Quiz
Leg uit waarom beide schrijfwijzen goed kunnen zijn: 'gebeurt' en 'gebeurd'
Slide 10 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord.
Ik heb hem (beloven) op zijn verjaardag te komen.
Ik heb hem (beloven) op zijn verjaardag te komen.
A
beloovd
B
beloovt
C
beloofd
D
belooft
