Future + past simple herhaling

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Today

Recap last lesson

Revise grammar: Future, past simple

Independent work 

The Future: will / shall + hele werkwoord: gebruik

Wanneer gebruik je The Future: will / shall + hele werkwoord? 

Je gebruikt The Future: will / shall + hele werkwoord bij simpele verwijzingen naar de toekomst of wanneer iets spontaan wordt besloten (zonder dat het is gepland of vastgelegd). 

I will pick it up tomorrow. 

I will carry the bag for you!

The Future: will / shall + hele werkwoord: 

 bevestigend vorm(+)

Hoe ziet de The Future: will / shall + hele werkwoord eruit ? 

Will / shall + hele werkwoord

I	will/ 'll help you with that.	shall/ 'll help you with that.
He/She/It/ You/ They	will/ 'll help you with that.
We	will/ 'll help you with that.	shall/ 'll help you with that.

Bij I en We kun je zowel will als shall gebruiken bij bevestigende en ontkennende zinnen.

The Future: will / shall + hele werkwoord: ontkennend vorm (-)

I	I will not / won't help you with that?	I shall not / shan't help you with that.
He/She/It/ You/They	He/She/It/You/They will not / won't help you with that?
We	We will not / won't help you with that?	We shall not / shan't help you with that.

--> Bij ontkennende zinnen zet je not achter will, of maak je er won't van.

--> Bij I  en we zet je not achter shall, of maak je er shan't van. 

The Future: will / shall + hele werkwoord: 

vragend vorm (?)

I		Shall I help you with that?
He/she/it/ you/they	Will he/she/it/you/they help you with that?
We		Shall we help you with that?

--> Bij vraagzinnen zet je will of shall vooraan de zin.

Let op! Bij vraagzinnen met I of we moet je shall gebruiken!

(+) We __________ (to see) you at 10 p.m.

Future/will + hele werkwoord
(+) The train _______ (to arrive) at 11 p.m.

The Past Simple

Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww

altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 

weet dat iets in het verleden gebeurd is

en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Past simple

Wat	Past simple
Wanneer	Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
Hoe	Met –ed OF een onregelmatige vorm.
Signaalwoorden	Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Voorbeelden	He walked her home last night. I talked to him on the phone yesterday. She tried to close her book but a fly got caught in between the pages.

Past simple
Kim _______ her friends yesterday. (to visit)

Past simple
____ he ______ for his test? (to study)

Past simple
____ you ____ that movie last night? (to see)

Past simple
I _______ him with his test. (not / to help)

Independent work

Study grammar

Study vocabulary