4H_check_H0t/m5_kort

Check H0 t/m 5
Wat weet jij al voor DT41?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Check H0 t/m 5
Wat weet jij al voor DT41?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H0: Wat zijn de formules van water, methaan en ammoniak?
A
H2, CH4 en NH3
B
H2O, CH4 en NH4
C
H2, C2H6 en NH4
D
H2O, CH4 en NH3

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Deel de volgende stoffen in bij de juiste groep.
TIP: uit welke atomen is de stof opgebouwd?
METALEN
ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
water
natriumjodide
koperoxide
calcium
koolstof
methaan
goud
kaliumfluoride
kwik

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

H1: Welke binding verbreekt bij het verdampen van een stof?
A
Atoombinding
B
Covalente binding
C
Metaalbinding
D
Vanderwaalsbinding

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H2: Een koolwaterstof heeft de molecuulformule C18H38. Wat voor soort koolwaterstof is dit?
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Geen van beide
D
Alkyn

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H2: Wat voor type reactie is kraken?
A
Een verbrandingsreactie
B
Een vormingsreactie
C
Een ontledingsreactie
D
Een fase-overgang

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H3: Zijn de volgende atomen of ionen?
Atoom
Ion
7p
7n
7e
8p
8n
10e
1p
0n
0e
2p
2n
2e
30p
34n
28e
13p
14n
13e
18p
22n
18e
16p
16n
18e

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

H3: Je hebt een oplossing van natriumfosfaat of natriumsulfaat. Hoe kun je erachter komen welke het is?
A
kaliumbromide-oplossing toevoegen
B
koperhydroxide-oplossing toevoegen
C
bariumchloride-oplossing toevoegen
D
zilverjodide-oplossing toevoegen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

H4: Hoeveel mol is 340 g ethanol?

Slide 9 - Question ouverte

mM C2H5OH: 46,069 g/mol
340/ 46,069=   7,38 mol
H4: Bereken de molariteit in mol/L van een oplossing van 3 mol HCl in 5 L water

Slide 10 - Question ouverte

M = n / V
3 mol / 5 L = 0,6 mol/L
H5: Een waterstofbrug kan voorkomen tussen:
A
OH-groepen
B
NH-groepen
C
OH- en NH-groepen
D
Niet tussen OH- en NH-groepen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het blauwe ion in het midden een positief of een negatief ion?
A
Positief
B
Negatief

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions