Lezen 1.3 - les 2 - tekstdoel, -soort, -vorm, hoofdgedachte HH

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herhalen 1.3 Lezen

Al begonnen met de leestaak?

Die moet maandag af zijn, ga ik controleren.

Wat hebben we al herhaald?

Leesstrategieën 

De zeven tekstverbanden + signaalwoorden

1.3 Lezen - Les 2

Vandaag herhaal ik:

• tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
• titel en onderwerp
• hoofdgedachte

Welke vier tekstdoelen ken je?

De praktijk

Wat zijn de tekstdoelen van de volgende vier teksten?

Wat wil de schrijver ermee bereiken bij jou als lezer?

Tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm (p. 26)

> Tekstdoel is altijd een werkwoord. 

> Tekstsoort als altijd een tegenwoordig deelwoord (werkwoord + d)

tekstdoel	uitleg	tekstsoort	vorm
informeren	de lezer informatie geven	informerende tekst	verslag
overtuigen	de lezer overtuigen (mening)	betogende tekst	boekbespreking
activeren	de lezer iets laten doen	activerende tekst	advertentie
amuseren	de lezer vermaken	amuserende tekst	stripboek

Titel en onderwerp

De titel (kop) staat bovenaan de tekst.

De titel geeft vaak een aanwijzing over het onderwerp.

In kranten of tijdschriften: ook vaak een ondertitel of boventitel

Het onderwerp vind je vaak in de titel en in de eerste alinea.

Bekijk de volgende voorpagina.

Titel en onderwerp 

Wat is het onderwerp van dit nieuwsbericht? (max 3 woorden)

Hoofdgedachte van een tekst

Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Main idea of a text

dfg

Main idea c

                The main idea of a text

c                        c              contains information or an opinion.

The most important thing the writer says. Look for this in the introduction and/or conclusion of the text. The main idea usually briefly states what the text is about in one or two sentences .

Aan de slag - 10 minuten

Ga verder met de leestaak op p. 31 van Boek A

> opdracht 16 t/m 23 (bij tekst 3).

Bedenk een hoofdgedachte
met alleen feiten/informatie bij het onderwerp "President Trump"

Bedenk een hoofdgedachte van een betoog (mening en argument) bij het onderwerp "President Trump"

Aan de slag - 10 minuten

Ga verder met de leestaak op p. 31 van Boek A

> opdracht 16 t/m 23 (bij tekst 3).