Paragraaf 2 verwijzen naar personen en dingen

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Paragraaf 2 verwijzen naar personen en dingen

Opstart:

How zat het ook alweer?

Ik kan verwijzen naar personen of dingen

verwijswoorden

verwijzen: oefenen

Snap je hoe het zit?

Cursus 6 paragraaf 2

Opdracht

Hebben we alle doelen behaald?

Afmaken opdrachten

Lezen in je leesboek!

Voorkennis

Verwijswoorden: wat zijn dat ook alweer?

Lesdoelen

Ik kan verwijzen naar personen of dingen

Instructie

Verwijswoorden

Waarom?

Instructie 

In een tekst is het saai als je steeds hetzelfde woord gebruikt. Bijvoorbeeld:

Meike is blij. Meike heeft mooie sneakers gekregen. Meike laat de mooie sneakers zien aan haar vriendin. 

Instructie 

Dit is beter:

Meike is blij. Ze heeft mooie sneakers gekregen. Ze laat ze zien aan haar vriendin. 

Lesdoel begrepen?

Ik kan verwijzen naar personen of dingen

De- woorden of het-woorden?

Hoe weet je of een woord een de-woord is of een het-woord?

--> Opzoeken in het woordenboek!

Aan de slag

Cursus 6 paragraaf 2

 bladzijde 216-217

 opdracht 1, 2, 3, 5

Klaar?

Cursus 8 opdracht 23 óf lezen in je leesboek

Hebben we alle doelen behaald?

Wat is nog moeilijk?

Wat gaat al goed?

Huiswerk

Afmaken opdrachten paragraaf 2

Lezen in je leesboek! --> 23 juni uit