Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 70 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Startklaar
Op je plek zitten
Telefoon in het Zakkie
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00
Slide 2 - Diapositive
1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Leerdoelen paragraaf 4: de invloed van inkomen
Je kunt uitleggen wat onder inkomenselasticiteit verstaan wordt en waarom de inkomenselasticiteit van inferieure, noodzakelijke en luxe goederen verschillend is.
Slide 3 - Diapositive
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
1.4 De invloed van inkomen.
Net zoals bij de prijs, kun je ook het effect van een
inkomensverandering op de vraag meten met behulp van
een elasticiteit. Je hoeft dit niet te kunnen berekenen,
maar wel kunnen uitleggen.
Inkomenselasticiteit van de vraag: De mate waarin een relatieve verandering van inkomen zorgt voor een relatieve vraagverandering.
Slide 4 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.4 De invloed van inkomen.
Er kan zowel een positief als negatief verband bestaan tussen
het inkomen en de vraag (Qv) naar een product.
Dit hangt af van het soort product.
Inferieure goederen: Goederen waarvan de vraag daalt als het inkomen stijgt en omgekeerd.
Slide 5 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
1.4 De invloed van inkomen.
Schematisch kun je dit zo weergeven:
Let op: de inkomenselasticiteit kan dus zowel positief als negatief zijn!
Slide 6 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Aan de slag
Maak opgave 3 op pagina 41.
Slide 7 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Leerdoelen paragraaf 4: de invloed van inkomen
Je kunt uitleggen wat onder inkomenselasticiteit verstaan wordt en waarom de inkomenselasticiteit van inferieure, noodzakelijke en luxe goederen verschillend is.
Je kunt uitleggen wat noodzakelijke goederen zijn en dat bij sommige goederen sprake is van een drempelinkomen.
Slide 8 - Diapositive
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
1.4 De invloed van inkomen.
Ook al daalt je inkomen (drastisch), noodzakelijke goederen zoals
eten zul je toch kopen.
Doordat deze goederen voorrang krijgen, zul je pas luxe
goederen kopen als je inkomen een bepaalde grens heeft bereikt,
het drempelinkomen.
Drempelinkomen: Het inkomen dat je moet verdienen voordat je luxe artikelen gaat aanschaffen.
Slide 9 - Diapositive
4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.
Voorbeeld
Stel je voor dat je net je rijbewijs hebt gehaald en je wilt een auto kopen.
Bij het kopen van een auto kan er een drempelinkomen zijn als je bijvoorbeeld aanspraak wilt maken op een autolening. Banken kunnen bepaalde inkomensdrempels hanteren voordat ze goedkeuring geven voor een lening. Dit betekent dat je een bepaald minimuminkomen moet hebben om in aanmerking te komen voor de lening.
Voor een jongere zonder vast inkomen of met een laag inkomen kan het moeilijker zijn om een lening te krijgen om een auto te kopen.
Slide 10 - Diapositive
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Aan de slag
Maak opgave 41 op pagina 40.
Slide 11 - Diapositive
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Eindslide.
Ruimte voor een afsluitend woord.Ruimte voor een afsluitend woord.