Ne 2425_ BK4 examentraining

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1,3

Welkom in periode 3

Deze periode gaan we werken aan:

- leesvaardigheid 

- schrijfvaardigheid

- kijk- en luistervaardigheid

NODIG bij het vak Nederlands-->  Kern / examenbundel, laptop (o.a. Facet, NUMO), map en pen

Periodeplanner 3

Periodeplanner 3

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Startklaar

• Op je plek zitten met je laptop voor je
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Kern, map en pen
• NUMO opstarten

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Deze week: examentraining

Deze Lesson-Up les hoort bij:

Kern, de examenbundel en Facet:

--> leesvaardigheid

--> schrijfvaardigheid

--> kijk- en luistervaardigheid

leesvaardigheid

Verkennend lezen:

- Titel bekijken, eventueel plaatje bekijken

- Tussenkopjes lezen

- Inleiding lezen

- Eerste zinnen lezen

- Letten op signaalwoorden

Daarna: vraag en meerkeuzeantwoorden lezen, antwoord zoeken in de tekst

      Leerdoelen

Ik weet hoe het examenonderdeel leesvaardigheid eruit ziet.

Ik weet welke stappen ik kan nemen om meerkeuzevragen te beantwoorden.

Ik weet hoe en wanneer ik een tekst verkennend moet lezen.

Ik kan de leesstrategieën  verkennend, zoekend en nauwkeurig lezen toepassen.

Ik kan vragen bij een tekst beantwoorden.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Waar denk je aan bij leesstrategieën?

Bespreek dit in 60 seconden met de klasgenoot naast jou. 

Hoe kun je verschillende leesstrategieën gebruiken?

Voorbeeld

Checklist:

• Dual Coding (woord en beeld combineren)
  
• Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Titel

Afbeelding

Tussenkopje

Inleiding

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Waar vind je vaak de belangrijkste informatie in een tekst?

Instructie

- Doe je boek / examenbundel open op de juiste bladzijde.

- De eerste opdrachten maken we samen met de hele klas. 

- Daarna maak je de opdrachten die de docent op het bord heeft geschreven.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Examentraining in groepen

1. Ga in het juiste groepje zitten;

2. Verdeel onderling de leesbeurten / vragen;

3. Vergelijk en controleer de antwoorden met elkaar;

4. Leg elkaar uit waarom je dit antwoord kiest;

5. Vraag elkaar / de docent om extra uitleg als je dat nodig hebt,

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken

De antwoorden staan op het bord / achterin je bundel.

Pak een andere kleur pen.

Verbeter je fouten en/of die van een klasgenoot.

Stel vragen als je die hebt.

Antwoorden Kern 

Je wilt weten hoeveel paracetamol je mag innemen op een dag. Hoe lees je de bijsluiter dan?

1. Verkennend
2. zoekend
3. nauwkeurig
4. anders.... (toelichten)

Schrijfvaardigheid

Lees de situatiebeschrijving. Lees daarna de opdracht. 

Beantwoord voor jezelf deze vragen:

- Wat moet ik schrijven? (artikel / e-mail etc.)

- Welke conventies horen daarbij? (een titel? een aanhef? etc.)

- Welke toon moet ik gebruiken? (formeel? informeel?)

- Hoeveel woorden moet ik minimaal gebruiken? (75? 100?)

      Leerdoelen

Ik weet hoe ik een e-mail, brief en artikel moet schrijven op een passende toon met een logische opbouw.

Ik weet dat ik op deze drie gebieden punten krijg: inhoud - conventies - taalverzorging

Ik kan de juiste spelling en grammatica toepassen.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Conventies van een schrijfopdracht ..... wat denk je dan?

Bespreek dit in 60 seconden met de klasgenoot naast jou. 

Hoe start je een e-mail aan een bedrijf?

Instructie

- Doe je boek / examenbundelopen op de juiste bladzijde.

- De eerste opdrachten maken we samen met de hele klas. 

- Daarna maak je de opdrachten die de docent op het bord heeft geschreven.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Examentraining in groepen

1. Ga in het juiste groepje zitten;

2. Bespreek samen wat, voor wie en waarom je dit schrijft;

3. Maak de opdracht zelfstandig;

4. Vergelijk jouw schrijfopdracht met die van het groepje;

5. Geef elkaar feedback op inhoud, conventies en taalverzorging;

6. Vraag elkaar / de docent om extra uitleg als je dat nodig hebt.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken

Ruil je werk met een klasgenoot en geef feedback:

- zijn alle inhoudspunten genoemd?

- is er een titel / aanhef?

- Is er een slotgroet / naam onderaan?

- zijn er alinea's gebruikt?

Antwoorden Kern 

Eigen antwoorden van de leerlingen.

Samen bespreken.

Welke aanhef gebruik je als je een klachtenmail schrijft aan Vodafone?

1. Hallo Vodafone,
2. Beste mensen van Vodafone,
3. Geachte heer, mevrouw,
4. Geachte Vodafone,

kijk- en luistervaardigheid

- Lees de tekst boven het fragment;  waar ga je naar kijken? Wat weet je al over dit programma?

- Lees de vraag en bekijk de antwoordmogelijkheden; ken je alle woorden? Begrijp je de vraag?

- Bekijk en beluister het fragment; hoor of zie ik het antwoord? bekijk het fragment nog een keer als dat nodig is.

      Leerdoelen

Ik weet hoe ik de kijk- en luistervragen in Facet kan beantwoorden.

Ik kan een fragment bekijken en beluisteren met de strategie "zoekend luisteren".

Ik kan relevante informatie uit een gesproken tekst halen.

Ik kan feiten en meningen herkennen in een gesproken tekst.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Instructie

Bekijk (klassikaal) de kijk- en luistervragen van een oud examen in Facet.

Maak een keuze. Licht je keuze toe.

Controleer je antwoord.

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

EXAMENBEGRIPPEN

Bekijk de EXAMENBEGRIPPEN. (Je krijgt deze lijst van je docent.)

Welke vind je nog moeilijk? Maak een zin met 

het woord. Schrijf dit op in je map.

Welk cijfer geef je jouw inzet vandaag?

1. Een 10.... zoals altijd
2. Een voldoende, dat is prima.
3. Een onvoldoende, ik kan echt beter.
4. Ik heb eigenlijk niet meegedaan......

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les: schrijf deze in je map

Exit ticket: hoe ga je deze les thuis herhalen?

Afsluiting

Bedankt en tot de volgende les!

Checklist:

• Zijn de leerdoelen behaald?
• Les in context plaatsen van de periode 
• Het leren en het gedrag samen evalueren
• Vooruitblikken adhv JdW-planner  

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.