Herhaling hoofdstuk 11 toevalsvariabelen

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 11

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Drie zuivere munten worden na elkaar gegooid, en we kijken daarbij naar drie mogelijke uitkomsten:
uitkomst 1. de eerste twee munten leveren "KOP"
uitkomst 2. de laatste munt levert "KOP"
uitkomst 3. alle drie de munten leveren "KOP"
Zijn de uitkomsten 1 en 2 onafhankelijk van elkaar?

Slide 5 - Question ouverte

Drie zuivere munten worden na elkaar gegooid, en we kijken daarbij naar drie mogelijke uitkomsten:
uitkomst 1. de eerste twee munten leveren "KOP"
uitkomst 2. de laatste munt levert "KOP"
uitkomst 3. alle drie de munten leveren "KOP"
Zijn de uitkomsten 1 en 3 onafhankelijk van elkaar?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bij een groep van 1000 mannen is de bloeddruk normaal verdeeld met een gemiddelde van 128,5 mm Hg met een standaardafwijking van 12,5 mm Hg.

Hoeveel mannen heeft een bloeddruk van minder dan 141?

Slide 9 - Question ouverte

Bij een groep van 1000 mannen is de bloeddruk normaal verdeeld met een gemiddelde van 128,5 mm Hg met een standaardafwijking van 12,5 mm Hg.

Hoeveel mannen hebben een bloeddruk die meer dan twee keer de standaardafwijking afwijkt van de gemiddelde bloeddruk

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Een tuinder zaait zaadjes voor preiplanten. In een doosje zitten tien zakjes met zaadjes. Uit één zakje zaadjes komen bij de tuinder gemiddeld twintig preiplanten op, met een standaardafwijking van
3,2.

Hoeveel preiplanten kweekt de tuinder gemiddeld met één doosje zaadjes?
En welke standaardafwijking hoort daarbij?

Slide 13 - Question ouverte

Een tuinder zaait zaadjes voor preiplanten. In een doosje zitten tien zakjes met zaadjes. Uit één zakje zaadjes komen bij de tuinder gemiddeld twintig preiplanten op, met een standaardafwijking van
3,2.

De tuinder zaait de zaadjes uit drie doosjes. Bereken de kans dan er minder dan 580
preiplantjes opkomen.

Slide 14 - Question ouverte

Huiswerk
Test jezelf hoofdstuk 11

Slide 15 - Diapositive