Hiërogliefen en Egypte

Hiërogliefen
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hiërogliefen

Slide 1 - Diapositive

Deel 1
Het ontstaan

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

1. Het rijksmuseum van oudheden ligt in ...
A
Leiden
B
Amsterdam
C
Dedemsvaart
D
Franeker

Slide 4 - Quiz

2. Wie opende de tombe van Toetanchamon?
A
Cart Howard
B
Hugh Carpenter
C
John Deer
D
Howard Carter

Slide 5 - Quiz

3. De tombe van Toetanchamon werd geopend in het jaar
A
1820
B
1920
C
1822
D
1922

Slide 6 - Quiz

4. Egyptologen zijn:
A
wetenschappers die onderzoek doen in Egypte
B
experts met veel kennis over het oude Egypte
C
Toeristen met een grote liefde voor Egypte
D
Mensen die YouTube-filmpjes over Egypte bekijken

Slide 7 - Quiz

5. Wat heeft Napoleon te maken met Egypte? Schrijf het zo op: Napoleon ... (en vul zelf verder aan)

Slide 8 - Question ouverte

6. Voor hoeveel % bestaat Egypte uit woestijn?
A
70%
B
80%
C
90%
D
95%

Slide 9 - Quiz

7. Hoe wordt Egypte ook wel genoemd?
A
Het geschenk van de Nijl
B
Het geschenk van de woestijn
C
Het land van de piramides
D
Het land van de zandhagedis

Slide 10 - Quiz

8. Waar ontstond landbouw? In
A
Mesopotamië
B
Iran
C
Saudi-Arabië
D
Israël

Slide 11 - Quiz

9. Wat deden de Egyptenaren tijdens het overstromingsseizoen?
A
Boottochten organiseren met toeristen
B
Werken voor de farao's
C
Vissen op zalm en makreel
D
Waterplanten oogsten

Slide 12 - Quiz

10. Waarom was het schrift (hiërogliefen) belangrijk voor de machthebbers?
A
Ze konden hiermee handel drijven
B
Ze konden hiermee hun huizen versieren
C
Ze konden hiermee belastingen heffen
D
Ze konden hiermee contacten leggen

Slide 13 - Quiz

11. Hoe heette de steen in 3 talen, ontdekt door Champollion?
A
De tablet van Rosso
B
De steen van Rosetta
C
De rots van Rosa
D
De steen van Rosanna

Slide 14 - Quiz

Lesdoel

Ik weet wat hiërogliefen zijn en hoe je ze kunt lezen.

Slide 15 - Diapositive

Woordbegrip

 letterlijk (in het Grieks)

‘heilige ingekraste tekens’

Slide 16 - Diapositive

Hiërogliefen

De tekens oude Egyptenaren

Tekeningen van mensen,
dieren en voorwerpen.

Slide 17 - Diapositive

Betekenis
Een hiëroglief kon op verschillende manieren worden gebruikt.

Soms alleen dat wat getekend was 

bijvoorbeeld een tekening van een stier, om het woord stier mee te schrijven.

Slide 18 - Diapositive

Klank

Meestal een bepaalde klank,
net als onze letters.

Slide 19 - Diapositive


Het teken dat wij gebruiken om de klank -p- te schrijven is een p.
De oude Egyptenaren gebruikten voor die klank een tekening van een krukje, omdat in hun taal
het woord voor ‘kruk’ een p-klank bevatte.

Slide 20 - Diapositive

Lezen
van links naar rechts, 
van rechts naar links
en van boven naar beneden

Welke kant?
kijk naar de tekens van dieren en mensen. 

Slide 21 - Diapositive

Figuurtjes

Kijken naar het begin van de regel. 

Als een vogel dus zijn kop naar links heeft gedraaid, moet je van links naar rechts lezen.

Slide 22 - Diapositive

Hoe ontstaan...

Hoe het hiërogliefenschrift
precies is ontstaan, weten we
niet zeker. Waarschijnlijk ontstond het doordat mensen etiketten op potten en kruiken wilden hebben.

Slide 23 - Diapositive

Stempelen
De deksels van de kruiken werden
verzegeld met klei en in die klei kon je tekens krassen of stempelen. Zo was duidelijk wat er in welke kruik zat, van wie de kruik was en waar deze vandaan kwam.

Slide 24 - Diapositive

Afspraken
Toen steeds meer mensen
bij elkaar gingen wonen langs de Nijl, moesten er ook zaken afgesproken en opgeschreven worden, zoals van wie welk stuk land was, of
hoeveel belasting betaald moest worden.

Slide 25 - Diapositive

Administratie
Het schrift werd dus steeds belangrijker voor de administratie van het land. Hiërogliefen werden
vooral gebruikt voor officiële opschriften, bijvoorbeeld uitgehakt in steen.

Slide 26 - Diapositive

Lezen en schrijven
Er waren heel weinig mensen in het oude Egypte die konden lezen en schrijven. En van de weinige
mensen die wel konden lezen en schrijven, waren er nog minder die ook de mooie uitgebreide
hiërogliefen konden schrijven.

Slide 27 - Diapositive

700 tekens

Het hiërogliefenschrift bestaat uit ongeveer 700 tekens, maar in de laatste periode van de oude
Egyptische cultuur maakten de priesters het hiërogliefenschrift ingewikkelder. 

Slide 28 - Diapositive

Buitenlanders

Zo wilden ze ervoor zorgen dat alleen zij het konden lezen en niet de buitenlandse overheersers die, in plaats van de farao, steeds vaker de macht hadden in Egypte.

Slide 29 - Diapositive

Het verdwijnt
Toen de Romeinse keizer Augustus de baas werd in Egypte en in de eeuwen daarna het christendom de oude Egyptische goden en tempels
onnodig maakte, werd het hiërogliefenschrift steeds minder gebruikt.

Slide 30 - Diapositive

Vergeten

De laatste inscriptie in
hiërogliefen werd gemaakt in 394 na Christus. Daarna raakte het schrift vergeten; niemand kende nog de betekenis.

Slide 31 - Diapositive

Napoleon
In 1798 begon Napoleon aan een expeditie naar Egypte, waar
hij de macht wilde overnemen. Een Franse soldaat
had in de plaats Rosetta, in het noorden van Egypte, een zwarte steen gevonden.

Slide 32 - Diapositive

Steen van Rosetta
Op die zwarte steen, de steen van Rosetta, stond op drie verschillende manieren dezelfde tekst geschreven. De onderste tekst was geschreven
in het Oudgrieks. Dit kon gelukkig vertaald worden omdat die taal en dat schrift in de loop
der tijd niet verloren waren gegaan.

Slide 33 - Diapositive

Ontcijferd

De Fransman Champollion kondigde in 1822 aan dat hij het schrift had ontcijferd. Men kon, voor het eerst in meer dan 1600 jaar, weer
hiërogliefen lezen en begrijpen!

Slide 34 - Diapositive

Deel 2
Afspraken

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Lesdoel

Ik kan in hiërogliefen mijn naam schrijven.  

Slide 37 - Diapositive

Woordbegrip

Het woord hiërogliefen betekent letterlijk (in het Grieks) ‘heilige ingekraste tekens’.

Slide 38 - Diapositive

Hiërogliefen

De tekens waarmee de oude
Egyptenaren schreven, noemen we hiërogliefen. Hiërogliefen zien er niet zo uit als onze letters; het zijn tekeningen. Tekeningen van mensen,
dieren en voorwerpen.

Slide 39 - Diapositive

Afspraken
Wij vinden vaak de Egyptische afbeeldingen er vaak raar uitzien. In de Egyptische kunst bestonden bepaalde afspraken, omdat
de Egyptenaren veel van deze afbeeldingen gebruikten voor hun godsdienst.

Slide 40 - Diapositive

Magische krachten
Afspraken gingen dan ook over hoe dingen eigenlijk waren en hoe die af- of uitgebeeld moesten worden.
De oude Egyptenaren geloofden namelijk dat de afgebeelde dingen op een magische manier
werkelijkheid werden, en dat kon alleen als alles goed getekend was.

Slide 41 - Diapositive

1
Belangrijke mensen werden altijd groter afgebeeld dan de andere, minder belangrijke mensen. De farao is bijvoorbeeld altijd groter
afgebeeld dan zijn onderdanen.

Slide 42 - Diapositive

2
Dingen en mensen werden afgebeeld zoals men wist dat het was, en niet zoals ze gezien
werden. De kunstenaars van het oude Egypte gebruikten dan ook niet het perspectief dat wij nu gebruiken, want dat vertekende het
echte beeld.

Slide 43 - Diapositive


Daarom koos men de meest
herkenbare onderdelen van dat wat afgebeeld ging worden en maakte daarmee de tekening of het beeld.

Slide 44 - Diapositive

Het lichaam werd zo, in onze ogen, apart afgebeeld. Het hoofd
werd gezien van opzij, maar de ogen dan juist weer van voren. De schouders werden van de voorkant gezien, maar de rest van het lichaam weer van de zijkant. 

Slide 45 - Diapositive

Dingen mochten liever ook niet overlappen, want dan waren ze niet zichtbaar en wat niet zichtbaar is, kan ook niet bestaan.

Slide 46 - Diapositive

3
Dingen die op andere tijden gebeurd waren, konden wel in dezelfde afbeelding voorkomen.
Op die manier werd een verhaal verteld (een beetje zoals wij nu stripverhalen kennen).

Slide 47 - Diapositive

4
Kleur was noodzakelijk, want dingen hadden in werkelijkheid ook kleur. De meeste voorwerpen die bewaard zijn gebleven, hebben vaak weinig tot geen kleur meer, maar vroeger
zag alles er heel anders uit.

Slide 48 - Diapositive

Ook voor kleuren waren er afspraken. Mannen hadden een roodbruine huidskleur, vrouwen meer een gelige kleur. Waarschijnlijk had dit te
maken met het feit dat mannen meer buitenshuis kwamen en dus bruiner van kleur waren dan de vrouwen die meer binnenshuis werkten.

Slide 49 - Diapositive

Voor goden waren er andere kleuren.
Goden waren niet als mensen; hun huid was van goud. Daarom zijn goden vaak in een fellere gele kleur gekleurd. De god Osiris was anders: omdat hij onder andere de god van
de vruchtbaarheid en het nieuwe leven was, was hij meestal groen of zwart van kleur.

Slide 50 - Diapositive

toch creatief
Veel mensen vinden dat alle Egyptische afbeeldingen er 
hetzelfde uitzien en dat het allemaal behoorlijk statisch is, dat er geen beweging of verandering in zit. Maar als je zelf eens goed kijkt, dan zie je dat de Egyptische kunstenaars, ondanks al die vaste afspraken, toch heel creatief waren.

Slide 51 - Diapositive

De opdracht 
Schrijf je naam in het
Oud-Egyptisch met het Hiërogliefenalfabet.

Gebruik ook de kleuren en maak er een oud stuk beschreven papyrus van.


Slide 52 - Diapositive