Les 3 prikkeloverdracht

Arctische inktvissen

Impulsgeleiding verloopt snel bij inktvissen die in tropische wateren leven doordat de Na+- en K+-kanalen in de axonen snel werken bij de daar heersende watertemperaturen.
De inktvissen in polaire wateren hebben
speciale aanpassingen nodig, want in de kou functioneren deze kanalen traag.
Garrett en Rosenthal vonden dat de Antarctische octopus aangepast is aan de kou door kleine veranderingen in de Na+- en K+-kanalen in de axonen.
Bijzonder is dat deze veranderingen tot stand komen door een
epigenetische aanpassing: ‘RNA-editing’.




STARTOPDRACHT
vanaf het punt dat de drempelwaarde wordt overschreden. Uit onderzoek aan geïsoleerde neuronen blijkt dat in neuronen van inktvissen drie processen langzamer verlopen of langer duren in de kou:

1 de depolarisatie;
2 de repolarisatie;
3 de refractaire periode (periode van repolarisatie tot en met
hyperpolarisatie).

Vooral de K+-kanalen in de axonen blijken gevoelig voor een lage temperatuur.

vraag: Welk of welke van de drie genoemde processen verloopt langzamer bij een vertraagd functioneren van de K+-kanalen?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Arctische inktvissen

Impulsgeleiding verloopt snel bij inktvissen die in tropische wateren leven doordat de Na+- en K+-kanalen in de axonen snel werken bij de daar heersende watertemperaturen.
De inktvissen in polaire wateren hebben
speciale aanpassingen nodig, want in de kou functioneren deze kanalen traag.
Garrett en Rosenthal vonden dat de Antarctische octopus aangepast is aan de kou door kleine veranderingen in de Na+- en K+-kanalen in de axonen.
Bijzonder is dat deze veranderingen tot stand komen door een
epigenetische aanpassing: ‘RNA-editing’.




STARTOPDRACHT
vanaf het punt dat de drempelwaarde wordt overschreden. Uit onderzoek aan geïsoleerde neuronen blijkt dat in neuronen van inktvissen drie processen langzamer verlopen of langer duren in de kou:

1 de depolarisatie;
2 de repolarisatie;
3 de refractaire periode (periode van repolarisatie tot en met
hyperpolarisatie).

Vooral de K+-kanalen in de axonen blijken gevoelig voor een lage temperatuur.

vraag: Welk of welke van de drie genoemde processen verloopt langzamer bij een vertraagd functioneren van de K+-kanalen?

Slide 1 - Diapositive

Sarin gas
  • wereldwijd verboden
  • remt acetylcholine-esterase

Leg uit welke effecten Sarin gas heeft op de werking van het menselijk lichaam.

BRON: BINAS 88 GHI

Slide 2 - Diapositive

Doel 
  • Je kunt uitleggen hoe de impulsoverdracht tussen twee neuronen plaats vindt.
  • Je kunt uitleggen hoe inhiberende en exciterende neurotransmitters uit verschillende neuronen de impulsfrequentie van het pos synaptisch neuron beïnvloeden. 
  • Je kunt op basis van informatie over specifieke neurotransmitters de werking van verschillende toxines, medicijnen en drugs verklaren
theorie 18.2.4 en 18.2.5 + BINAS GHI

Slide 3 - Diapositive

programma
overzichtsvideo
stap voor stap uitleg
overzichtsvideo
werking Sarin gas verklaren
Zelf toepassen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

BINAS 88G

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Opdracht
kijk nu in de overzichtsvideo of je de verschillende stappen van de impulsoverdracht kunt herkennen. Let op:

Hoe wordt een impuls zichtbaar gemaakt?
Welke kleur hebben calcium-ionen in deze video?
welke kleur hebben de neurotransmitters?
Welke kleur heeft natrium?
Welke stap mist nog?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

-Hoe wordt een impuls zichtbaar gemaakt?
-Welke kleur hebben calcium-ionen in deze video?
-welke kleur hebben de neurotransmitters?
-Welke kleur heeft natrium?
-Welke stap mist nog?

Slide 10 - Question ouverte

Sarin gas
  • wereldwijd verboden
  • remt acetylcholine-esterase

Leg uit welke effecten Sarin gas heeft op de werking van het menselijk lichaam.

BRON: BINAS 88 GHI

Slide 11 - Diapositive

Ritalin bevat de stof methylfenidaat. Deze stof heeft een remmende werking op de opname van Dopamine uit de synapsspleet. Verklaar op welk orgaan ritalin werkt. Lijdt dit tot meer of minder impulsen in dit orgaan?

Slide 12 - Question ouverte

Het uiteinde van een motorische zenuwcel (motorisch eindplaatje) geeft de neurotransmitter acethylcholine af, dat voor een reactie van de spiervezel zorgt. Bij de spierziekte myasthenia gravis, een vorm van spierzwakte, is een deel van de acetylcholinereceptoren bezet door antistofmoleculen, waardoor zich onvoldoende acetylcholine kan binden. Bij lijders aan deze ziekte leidt toediening van acetylcholinesterase-remmende stoffen tot vermindering van de spierzwakte. Waardoor verminderen acetylcholinesterase-remmers de spierzwakte?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

samengevat
alle neuronen
  • 1 neuron maakt verbindingen met meerdere andere neuronen
  • impulsen verplaatsen zich maar in 1 richting langs een zenuwcel
presynaptisch neuron
  • Ieder neuron maakt aan alle uiteinden dezelfde neurotransmitter
  • De synapsen zijn dus allemaal exciterend, of allemaal inhiberend.
postsynaptisch neuron
  • kan impulsen ontvangen van verschillende neuronen
  • exciterende en inhiberende impulsen kunnen bij elkaar opgeteld worden.

Slide 16 - Diapositive

Zet in de goede volgorde:
a. De neurotransmitter wordt afgegeven.
b. De synaptische blaasjes gaan naar het celmembraan.
c. De impuls komt aan bij de synaps.
d. De synaptische blaasjes openen.
e. De neurotransmitter wordt afgebroken.
f. De impuls gaat verder over de tweede cel.

Slide 17 - Question ouverte

Onder normale omstandigheden verdwijnt het acetylcholine na het opwekken van een actiepotentiaal, onder andere doordat het wordt omgezet met behulp van het enzym acetylcholinesterase. Bepaalde zenuwgassen remmen de werking van acetylcholinesterase. Het is mogelijk het effect van deze zenuwgassen teniet te doen door toediening van een juiste hoeveelheid curare. Curare is een stof die de werking van de acetylcholinereceptoren blokkeert.
Leg uit, met behulp van bovenstaande informatie op welke wijze curare de werking van dergelijke zenuwgassen teniet doet.

Slide 18 - Question ouverte

toetsvragen 18.2
5. Welke van deze beweringen is juist?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

In de synaps tussen neuron p en neuron q wordt een neurotransmitter afgegeven. De potentiaal van neuron q is links afgebeeld.

Heeft deze neurotransmitter een inhiberend of een exciterend effect op neuron q of is dat niet te bepalen?

Slide 21 - Question ouverte

Huiswerk
Maak de toetsopgaven bij 18.2 die je niet herkent uit de les

Slide 22 - Diapositive