VPK - module 4 - lj 1 - CVA

VPK - module 4 - lj 1 - CVA
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

VPK - module 4 - lj 1 - CVA

Slide 1 - Diapositive

Waar staan de letters CVA voor?

Slide 2 - Carte mentale

Cerebro Vasculair Accident
Cerebro:   het heeft met de hersenen (cerebrum) te maken
Vasculair: het gaat om een bloedvat 
Accident: een ongeluk

Een ongeluk met de bloedvaten in de hersenen

(spreektaal: beroerte)

Slide 3 - Diapositive

Welke vormen CVA ken je?

Slide 4 - Question ouverte

2 soorten CVA (+ TIA)
1. Herseninfarct: een bloedpropje sluit een hersenslagader af, deel van de hersenen krijgt geen bloed meer.
2. Hersenbloeding: er knapt een bloedvat in de hersenen, 
door de bloeding ontstaat een te hoge
druk in de hersenen.
3. TIA: tijdelijke afsluiting bloedvat

Slide 5 - Diapositive

Niet bloedig CVA (herseninfarct)

Slide 6 - Diapositive

Herseninfarct
Bloedvat in de hersenen is verstopt

Oorzaak: Stolsel = trombus ( gevaar bij slagaderverkalking)
Trombose kan ontstaan in hersenen zelf, maar kan ook buiten de hersenen ontstaan ( bv embolie die hals of hart is ontstaan)

Slide 7 - Diapositive

TIA
Transiente Ischemische Aanval

Tijdelijke storing van de bloedvoorziening, binnen 24 uur zijn de klachten weg (verschijnselen gelijk aan infarct)
Kan voorbode van een CVA zijn: meestal nadien  bloedverdunners

Slide 8 - Diapositive

Hersenbloeding
Bloedvat in/rond de hersenen barst open
Bloedvoorziening naar (deel) hersenen vermindert
Bloed kan zich ophopen ==> verhoogde hersendruk
Afhankelijk van plek en oorzaak van de bloeding andere behandeling 
Aneurysma

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Behandeling acute fase
Ziekenhuisopname/ stroke unit

Juiste diagnose van de oorzaak bekend? Dan zo snel mogelijk starten met de behandeling

Slide 13 - Diapositive

Onderzoek en behandeling  in acute fase
CT scan
Tensie meten
Observeren 

Trombolyse
Stoppen bloeding

Bloedverdunners
Bloeddrukverlagers

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Behandeling onbloedig CVA (infarct)
  • Liefst binnen 4 uur toedienen van medicatie: BE FAST!!
  • Start in de ambulance
  • Naar ziekenhuis voor trombolyse 
Complicatie: hersenbloeding

Slide 16 - Diapositive

Behandeling bloedig CVA
  • stop bloedverdunners!
  • afwachten, laten bloeden?
  • aneurysma? Coilen of clippen door neurochirurg
  • hoge RR? ==> bloeddrukverlagers

Slide 17 - Diapositive

Noem 5 risicofactoren voor het ontstaan van een CVA

Slide 18 - Question ouverte

Risicofactoren voor ontstaan CVA

Leeftijd
Hoge bloeddruk (hypertensie)
Diabetes Mellitus
Stress
Roken
Harde klap op hoofd


Hoge cholesterol
Hart/ vaatziekten
Te weinig bewegen
Obesitas


Slide 19 - Diapositive

Behandeling in chronische fase
Revalidatie

Slide 20 - Diapositive

Gevolgen CVA afhankelijk van de plek

Slide 21 - Diapositive

Mogelijke gevolgen CVA o.a.
Vermoeidheid
Uitvalsverschijnselen
Motorische stoornissen
Sensorische stoornissen
Afasie
Veranderd taalgebruik
Dysartrie
Stoornissen waarneming


Neglect
Apraxie
Persevereren
Geheugenstoornissen
Emotioneel
Gedragsveranderingen
Slik/ kauw-problemen
Depressie
Hemianopsie

Slide 22 - Diapositive

Zichtbare gevolgen
Onzichtbare gevolgen
Geheugenstoornissen
Hemiparese
Verstoorde controle
Taalstoornissen
Hemianopsie
Concentratiestoordnissen

Slide 23 - Question de remorquage

Hemianopsie        Neglect

Slide 24 - Diapositive

Afasie
Afasie is het verlies van het vermogen om taal te spreken en/of gesproken taal te begrijpen.  Hierin heb je de motorisch en sensorische afasie: 
Motorische afasie leidt vooral tot problemen met het uitspreken van woorden, terwijl sensorische afasie problemen veroorzaakt met het begrijpen van taal.
  

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Apraxie
Apraxie is het onvermogen om kleine complexe handelingen te verrichten

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Agnosie
Visuele agnosie : Onvermogen om objecten te herkennen via zicht, ondanks goed gezichtsvermogen.
Voorbeeld: Iemand ziet een pen maar herkent het niet als een pen, totdat hij het vastpakt.

Auditieve agnosie: Moeite met het herkennen van geluiden, ondanks goed gehoor.
Voorbeeld: Iemand hoort een hond blaffen, maar kan het geluid niet linken aan een hond.

Tactiele agnosie (astereognosie) – Niet kunnen herkennen van objecten door aanraking.

Slide 29 - Diapositive

Taalstoornis door hersenletsel (links)
Problemen/moeite bij het slikken
Handelingen niet meer kunnen uitvoeren
Verminderde coördinatie
Halfzijdige blindheid
Afasie
Dysfagie
Apraxie
Ataxie
Hemianopsie

Slide 30 - Question de remorquage

Wat kan er volgende keer beter in de les?

Slide 31 - Question ouverte