Logistiek les 4 2025-2026

Logistiek
Week 4
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Logistiek
Week 4

Slide 1 - Diapositive

Goederenstroom


Ook wel ''het verplaatsen van de goederen''

Slide 2 - Diapositive

Agenda
Week 1: Terugblik jaar 1
Week 2: Terugblik jaar 1
Week 3: Risico's en verzorgde winkel
Week 4: Voorraad
Week 5: Voorraad
Week 6: Voorraad
Week 7: Voorraadbeheer
Week 8: Voorraadbeheer

Slide 3 - Diapositive

Nut van deze les
Aan het einde van deze les..

... weet je wat de gemiddelde voorraad is.
.. weet je hoe je de waarden van de voorraad kunt berekenen.

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de voordelen van een grote voorraad?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn de nadelen van een grote voorraad?

Slide 7 - Question ouverte

Een grote voorraad..
Niet altijd voordelig.

Veel ruimte nodig.
Veel geld investeren in de voorraad.
Grotere risico's op bederf of schade, over datum of uit de mode raken. 

Slide 8 - Diapositive

Wat betekend voorraad inventariseren?

Slide 9 - Question ouverte

Voorraad inventarisatie
Inventarisatie is het tellen en registeren van de voorraad, zodat je precies weet hoeveel artikelen op voorraad zijn. 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Noem vier redenen waarom je gaat inventariseren.

Slide 11 - Diapositive

Waarom inventariseren/balansen?
1. De werkelijke voorraad overeenkomst met de administratieve voorraad.
2. Er derving is.
3. De procedures (bijvoorbeeld voor de retourartikelen) goed worden uitgevoerd.
4. Er (bijna) lege schappen zijn, waardoor je artikelen op tijd moet bijbestellen.
5. Het automatisch bestelsysteem uitgaat van de juiste voorraadhoogte. 

Slide 12 - Diapositive

Resultaten inventarisatie
De inventarisatie maakt duidelijk hoeveel de administratieve voorraad afwijkt van de werkelijke voorraad.

Het verschil tussen beide is derving en dat probeer je zoveel mogelijk te voorkomen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Dervingspercentage
Het verschil tussen de administratieve en werkelijke voorraad kan je uitdrukken in procenten. 

Dit noem je het dervingspercentage.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Maatregelen na een inventarisatie

Procedures en werkzaamheden bij goederenontvangst
De registratie en verwerking van retourgoederen
De manier van goederenopslag
Een achterdeurprocedure gebruiken
Manier van inventariseren aanpassen (integraal, cyclisch etc.)

Slide 18 - Diapositive

Opdracht
Je hebt je voorraad geteld. Je constateert dat er voorraadverschillen zijn.

 Noem de reden waarom je wilt weten hoe die voorraadverschillen zijn ontstaan. 

Slide 19 - Diapositive

Gemiddelde voorraad
Als de voorraadadministratie op order is, kun je die informatie gebruiken voor toekomstige beslissingen over de voorraad.

De gemiddelde voorraad is de omvang van je voorraad.

Dit is handig om te weten, om bijvoorbeeld de producten te verzekeren tegen diefstal of brand.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Gemiddelde voorraad
Begin voorraad 

Eind voorraad

Slide 22 - Diapositive

Rekenvoorbeeld 1
Joost heeft een fietsenwinkel. Op dit moment heeft hij 15 racefietsen ter waarde van 1500 euro.

De gemiddelde voorraad racefietsen is 15*1500=22.500 euro. 

Slide 23 - Diapositive

Rekenvoorbeeld 2
Joost heeft een fietsenwinkel. Op 1 september heeft hij 15 racefietsen ter waarde van 1500 euro. Op 1 december heeft hij 17 racefietsen ter waarde van 1500 euro. 

De gemiddelde voorraad racefietsen is:
 15*1500=22.500
17*1500=25.500
22.500+25.500/2 =24.000

Joost moet zijn handel verzekeren voor 24.000 euro. 

Slide 24 - Diapositive

Waarde van de voorraad bepalen
De actuele waarde van je handel kan per dag veranderen. 

Slide 25 - Diapositive

Het waarderen van de actuele voorraad

Waarderen van de voorraad gebeurt met de fifo-methode, de lifo-methode en de VVP-methode (vaste verrekenprijs). De methode hangt af van het soort bedrijf. 

Voor de belastingdienst.

Slide 26 - Diapositive

VVP-methode
Vaste verrekenprijs (VVP ) gebruik je een geschatte vaste prijs voor het in de voorraadadministratie opnemen van een artikel.

Dit gebruik je bij producten die vaak van prijs veranderen, soms dagelijks. 
Zoals groente, fruit, bloemen etc. 

Slide 27 - Diapositive

Fifo-methode
Bij fifo-methode als voorraadwaardering houdt elke ontvangen partij goederen zijn prijs. 

Eerst worden de voorraden met oude prijzen verkocht en daarna nieuwe voorraden met hun nieuwe prijzen. 

Slide 28 - Diapositive

Lifo methode
Bij de lifo-methode als voorraadwaardering blijven oude ingekochte producten tegen hun eigen (oude) partij-inkoopprijs gewaardeerd. 

Komen er nieuwe producten bij, dan houd je daarvoor de nieuwe inkoopprijs aan. 

Tegenovergestelde van FIFO

Slide 29 - Diapositive

Opdracht
1. Welke drie methodes zijn er voor voorraadwaardering?

2. Welke voorraadwaardering is een schatting van de geschatte inkoopprijs voor het komende jaar?

Slide 30 - Diapositive

Wat is de inkoopwaarde?

Slide 31 - Question ouverte

Inkoopwaarde
Inkoopwaarde is de totale aantal artikelen dat verkocht is, tegen de inkoopprijzen. 

Slide 32 - Diapositive

Inkoopwaarde
Alle goederen die je op voorraad hebt liggen, wil je zo snel mogelijk weer verkopen. 

Of die verkoop winst oplevert, hangt voor een groot deel af van de inkoopwaarde van de verkochte producten. 


Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Challenge week 4
1. Op welke drie manieren kan jij de waarde van je voorraad bepalen? 
2. Waarom moet je de actuele waarde van je voorraad kunnen bepalen?
3. Wat is de inkoopwaarde van de omzet?

Slide 37 - Diapositive

Challenge week 5
1. Waarom is het noodzakelijk om de winkel te inventariseren? Hoe wordt er geïnventariseerd in jouw winkel?

2. Wat is het verschil tussen administratieve voorraad en werkelijke voorraad?

3. Welke maatregelen kun je treffen als de administratieve voorraad teveel verschilt van de werkelijke voorraad in je winkel?

4. Wat betekend de ''gemiddelde voorraad'' van een winkel?

Slide 38 - Diapositive