Les 1 en 2: persoonsvorm en zinsdelen

1 / 11
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De persoonsvorm en zinsdelen
Wat weet je na deze les?
  • Wat een persoonsvorm is.
  • Hoe je een persoonsvorm vindt.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm

In elke zin staan werkwoorden. 
Eén daarvan is de persoonsvorm.

De persoonsvorm geeft het getal en de tijd aan. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm
Persoonsvorm (pv) - het enige werkwoord dat van getal en tijd kan veranderen. Als er maar één werkwoord in de zin zit, is dat altijd de persoonsvorm.

Heb jij je huiswerk af?
Hebben jullie je huiswerk gemaakt?
Ik fietste vanochtend naar school.
Wij fietsten gistermiddag naar huis.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdproef & getalproef 
1. Verander onderstaande zinnen van tijd en onderstreep de persoonsvorm.

a Op Instagram volg ik mijn vrienden.
b De meeste leerlingen zijn op tijd op school.

2. Verander onderstaande zinnen van getal en onderstreep de persoonsvorm.
c De postbodes komen een pakketje bezorgen.
d De docent op school is erg aardig.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm altijd?
A
Een zelfstandig naamwoord
B
Een werkwoord
C
Een lidwoord
D
Een onderwerp

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

'Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?'
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de persoonsvorm?
A
een werkwoord zoeken
B
het getal veranderen (meervoud - enkelvoud)
C
de zin van tijd veranderen (verleden tijd - tegenwoordige tijd),
D
vraagzin maken; eerste werkwoord in die zin is de pv

Slide 8 - Quiz

Getal-proef: zin veranderen van enkelvoud naar meervoud of van meevoud naar enkelvoud. 
V

Tijd-proef: zin van tijd veranderen. Tegenwoordige tijd wordt verleden tijd en andersom.

Vraagzin maken: eerste werkwoord in die zin is de pv

Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.


Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Door de zin in een andere tijd te zetten
B
Door de zin om te draaien
C
Door ' t exkofschip te gebruiken
D
Met de getalproef

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gisteren heb ik een gewandeld.

Wat is de persoonsvorm?
A
gisteren
B
heb
C
ik
D
gewandeld

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9. Welk zinsdeel is het onderstreepte zinsdeel?
Banksy/ is / altijd / een bijzondere kunstenaar / geweest.

A
onderwerp (o)
B
persoonsvorm/werk-woordelijk deel (pv/wd)
C
lijdend voorwerp (lv)
D
naamwoordelijk deel (nd)

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions