Periode 4 - onderdeel lezen

Socialiseren
Pak alvast je laptop.  Deze laat je dicht.

timer
5:00
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Socialiseren
Pak alvast je laptop.  Deze laat je dicht.

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Flexlessen Nederlands
  • P.T.A. Lezen par. 5, 6 en 7
  • Deze les par. 5 tekstverbanden & signaalwoorden
  • Instructie
  • Gezamenlijke opdrachten
  • Evaluatie
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
Je leert 2 nieuwe tekstverbanden:

Doel - middel
Voorwaarde

Slide 3 - Diapositive

Doel- middel
Bij het tekstverband doel-middel gaat het om het bereiken van een bepaald doel. Hiervoor is een middel nodig, iets wat gebruikt wordt om het doel te bereiken. 

Je herkent dit verband bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden: opdat, zodat, om te, door middel van, met behulp van.

Bijvoorbeeld: Ik doe goed mijn best op school, zodat ik straks een diploma haal. 
Doel: een diploma halen
Middel: goed mijn best op school doen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Ik kijk een tutorial
Ik ga collecteren
Ik leer voor mijn toets
omdat ik wil leren vlechten
met als doel zo veel mogelijk geld op te halen
door middel van het kijken op wiskunde academie

Slide 6 - Question de remorquage

Maak een zin met het volgende doel en middel:
Doel: taart bakken
Middel: recept

Slide 7 - Question ouverte

Welk signaalwoord bij doel middel staat er in de tekst?
A
om te
B
staan
C
eerst
D
over

Slide 8 - Quiz

Is het maken van een spiekbriefje
een doel of een middel?
A
doel
B
middel

Slide 9 - Quiz

Voorwaarde
Een voorwaarde is iets wat moet gebeuren, voordat iets anders kan gebeuren. Het maakt dus duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt. 

Je herkent het tekstverband voorwaarde bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden: als (... dan), indien, tenzij, wanneer, mits.

Bijvoorbeeld:
Ik krijg elke zaterdag vijf euro van mijn vader, als ik zijn auto was.
Wat er kan gebeuren: Ik krijg vijf euro
Voorwaarde (wat er eerst moet gebeuren): de auto wassen

Slide 10 - Diapositive

Opdrachten

1 en 2 (gezamenlijk)

Slide 11 - Diapositive

Afsluiting les
Evaluatie
Wat ging goed?
Wat kon beter?

Slide 12 - Diapositive