woorden oefenen week 47
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vertaal:
de spinnen
de spinnen
Slide 2 - Question ouverte
Vertaal:
het dier
het dier
Slide 3 - Question ouverte
Vertaal:
de kat
de kat
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal:
de hond
de hond
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal:
de groente
de groente
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal:
het fruit
het fruit
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal:
de tanden
de tanden
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal:
het huisdier
het huisdier
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal:
de apen
de apen
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal:
de kip
de kip
Slide 11 - Question ouverte
Kies de juiste vertaling van:
de vogels
de vogels
A
der Vögels
B
die Vögels
C
die Vögel
Slide 12 - Quiz
Kies de juiste vertaling van:
de cavia
de cavia
A
das Meerschweinchen
B
die Meeresschwein
C
der Meerschweinchen
Slide 13 - Quiz
Kies de juiste vertaling van:
het konijn
het konijn
A
das kaninchen
B
das Kaninchen
C
der Kanin
D
der Kaninchen
