Verslaving

Verslaving
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verslaving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de planning
- Filmpjes
- Stellingen 
- Quiz

Aan het einde van de les weet je; of jij verslavingsgevoelig bent; hoe een verslaving werkt in je brein; en wat je er zelf tegen kunt doen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verslaving is een keuze
Eens
Oneens
Niet eens maar ook niet oneens

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaving is een ziekte
Eens
Oneens
Niet eens en niet oneens

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken van verslaving heb je in dit filmpje gezien?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verslaving?
Je spreekt van een verslaving als iemand het gebruik van iets niet meer kan laten en daardoor schadelijk is

Verslaving is een psychische aandoening 

''DSM5: Stoornissen in het gebruik van middelen''

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten verslavingen
Je kunt verslaafd zijn aan middelen of activiteiten

Middelen:
- Stimulerende: amfetamine, cocaïne
Verdovende: alcohol, heroïne, diazepam
Bewustzijn veranderende: GHB, LSD, 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslavingen aan activiteiten
- Internetverslaving zoals; games/gokken/porno/social media

- Telefoonverslaving

- En vele anderen..

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind jij dat je een verslaving hebt?
Ja
Weet ik eigenlijk niet
Nee

Slide 10 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat viel jullie op aan dit filmpje? Herkenning? Verbazing?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben jij verslavingsgevoelig? 
Doe de test

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kwam er uit de test
NIet verslavingsgevoelig
Een beetje verslavingsgevoelig
Best wel verslavingsgevoelig
Heel verslavingsgevoelig

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt jou op aan het artikel? Zie je ook zulke ontwikkelingen in je omgeving?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaafd aan....
Middelen- en gedragsverslavingen:

Mensen met verslaving verliezen de controle over hun leven.
Alles draait om het middel en hoe dit te krijgen.

Je omgeving kan een verslaving veroorzaken: bijvoorbeeld doordat 
je met mensen omgaat die drank/drugs gebruiken en jou overhalen dit ook te gaan doen.

Zorgen slecht voor zichzelf, doen de mensen die van hun houden veel pijn.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stellingen
We gaan een aantal stellingen behandelen. Je vult zelf in wat jij ervan vindt. 

Let op: jouw mening moet een argument hebben. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een beetje experimenteren moet kunnen
Eens
Niet oneens niet eens
Oneens

Slide 19 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zal nooit verslaafd raken!
Eens
Niet oneens, niet eens
Oneens

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe reageert jouw brein op drugs?
Elke drugs heeft een andere werking op je brein en geeft verschillende effecten. 

De drugs beïnvloedt de signalen die naar je brein worden verstuurd.

Drugs is intoxicatie (vergiftiging) van je lichaam.

"uppers en downers"

Alle drugs is schadelijk voor je brein. Je raakt niet alleen 
lichamelijk maar ook mentaal verslaafd aan een middel. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz
We gaan een quiz spelen over verschillende soorten verslavingen. Na elke vraag bespreken we kort het antwoord. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er gaan meer mensen dood aan alcoholverslaving dan aan drugsverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je elke maand een staatslot koopt, ben je gokverslaafd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het aantal mensen met een koopverslaving stijgt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de 18-24 jarigen heeft ooit last gehad van alcoholmisbruik?
A
7%
B
11%
C
18%
D
26%

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is alcoholmisbruik?
Er is sprake van alcoholmisbruik als je negatieve gevolgen van alcohol merkt. Alcoholmisbruik blijkt uit minstens 1 van de volgende 4 criteria:

  • Herhaaldelijk alcohol drinken met als gevolg dat het niet meer lukt om te voldoen aan verplichtingen op het werk, school of thuis.
  • Herhaaldelijk alcohol drinken in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (bijvoorbeeld autorijden).
  • Door het gebruik van alcohol in aanraking gekomen met justitie.
  • Alcohol blijven drinken, ondanks dat daardoor een probleem ontstaat (sociaal, beroepsmatig, psychisch of lichamelijk). 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gameverslaving is schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens het afkicken van blowen kun je somber en angstig worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je vaak veel drinkt, kun je steeds beter tegen alcohol.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Je bouwt tolerantie op en merkt minder van de effecten, maar dat betekent niet dat je lichaam beter tegen alcohol kan. Het is eerder een teken van gewenning of beginnende afhankelijkheid.
Hoe lang doet je lever gemiddeld over de afbraak van 1 standaardglas alcohol?
A
30 minuten
B
1 à 1,5 uur
C
2 uur

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nederland maakt alcohol meer dodelijke slachtoffers dan roken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Roken is in Nederland verantwoordelijk voor ongeveer 20.000 doden per jaar. Het is daarmee de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak.

Alcoholgebruik leidt jaarlijks tot ongeveer 2.000 tot 3.000 doden door directe en indirecte oorzaken (zoals leverziekten, verkeersongelukken en geweld).
Hoeveel mensen zijn er aan de harddrugs in Nederland?
A
5.000 tot 10.000
B
10.000 tot 20.000
C
20.000 tot 30.000
D
30.000 tot 40.000

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

XTC-pillen worden steeds sterker en heftiger qua uitwerking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meest gebruikte drug onder jongeren is XTC.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

XTC-gebruik 
Doordat XTC veel media-aandacht krijgt, lijkt het soms alsof iedereen XTC gebruikt. Dat klopt niet: de meeste jongeren nemen nooit XTC. Onder jongeren die veel naar festivals en dancefeesten gaan, is wel een grote groep XTC-gebruikers. Daarom denken jongeren soms dat iedereen wel eens een pilletje slikt. Hierdoor kan de drempel lager worden om zelf te gebruiken. Maar feit is: de meeste jongeren gebruiken niet.

Bron: https://www.drugsinfo.nl/xtc/xtc-gebruik-normaler-onder-jongeren 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Bron: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5161419/lachgas-veroorzaakte-al-64-dwarslaesies-sommigen-nemen-100-ballonnen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind jij dat je verslaafd bent aan je telefoon?
Ja, sowieso!
Hmm, misschien wel een beetje
Weet ik eigenlijk niet
Niet echt
Nee totaal niet!

Slide 42 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij?

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaafd? 
De 11 criteria aan de hand waarvan de ernst van “stoornis in middelengebruik” vastgesteld kan worden zijn:

1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
4. Sterk verlangen om te gebruiken.
5.Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
9.Voortdurend gebruik ondanks dat je weet dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die die minder hevig door meer van de stof te gebruiken.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie en waar kun je terecht?

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Maken + inleveren op Itslearning 

(check ook even of je de opdrachten van de afgelopen weken hebt ingeleverd ;) )

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions