H5.2a

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze les weet je
Welke drie vormen van warmtetransport er bestaan.

Hoe je ze herkent

Welke materialen welke vorm van warmtetransport hebben

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
-273 graden celsius
C
273 Kelvin
D
-273 Kelvin

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel Kelvin is 100 graden Celsius
A
373
B
173
C
73
D
-273

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding is een reactie tussen:
A
brandstof en warmte
B
zuurstof en warmte
C
brandstof en zuurstof
D
vuur en brandstof

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Wat zijn de drie voorwaarden voor een verbranding?

Slide 8 - Question ouverte

(verbrandings)temperatuur
brandstof
zuurstof
Welke kleur heeft een vlam bij een volledige verbranding?
A
blauw
B
groen
C
oranje
D
geel

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Verbrandingsenergie is de hoeveelheid energie per cm3. Hoeveel energie komt er vrij bij verbranding van 1 kg hout? Kijk in je binas tabel 18 of 19.

Slide 10 - Question ouverte

16.000.000J


Stel dat je soep aan het koken bent. Om de soep te roeren, kan je beter een houten lepel gebruiken dan een metalen lepel, omdat de metalen lepel snel warm wordt. 
Leg uit waarom dat zo is.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleiding
Energie stroomt DOOR een vaste stof. 
Deze stof komt niet van zijn plaats.

Een geleider is een stof die de warmte 
goed doorgeeft.
Een isolator laat de warmte juist
slecht door.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroming
De warmte of energie stroomt met een vloeistof of gas mee.  (vaste stoffen stromen niet)

Warme lucht heeft een kleinere dichtheid dan koude lucht. De warme lucht (lucht met energie) stijgt op



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straling
Energie wordt door een lege ruimte gestraald.
Je hebt dus geen gas, vloeistof of vaste stof nodig om de warmte te verplaatsen.
Elk voorwerp straalt warmte uit, ook jij!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Isolatie kan warmte binnen houden.
Of warmte buiten houden. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Isolatie
Isolatie is het het tegenhouden van warmtetransport

De rode plekken zijn warm en daar gaat dus veel warmte verloren
Dit heet WARMTEVERLIES

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmteverlies door geleiding
Geleiders zoals metalen geven warmte snel door. Dat betekent dat ze veel warmte verliezen. 

Isolatoren zoals glas/kunststof/papier geleiden warmte slecht. Hierdoor heb je weinig warmteverlies. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmteverlies door stroming

Warmteverlies door stroming ga je tegen door te zorgen dat warmte lucht niet weg kan. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmteverlies door straling
Warmteverlies door straling voorkom je door de straling terug te kaatsen. Dit kun je doen door spiegelend materiaal te gebruiken. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De kachel geeft vooral warmte af door...
A
Warmtestraling
B
Warmtestroming

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je goed warmte isoleren?
A
Dubbele glazen in het raam
B
Metalen muren in je huis hebben
C
Buiten koken
D
Lucht tussen de muur

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmteverlies door straling ga je tegen
A
Door het vasthouden van de warme lucht
B
Door te isoleren.
C
Door de warmte terug te kaatsen.
D
Door luchtstroming te verminderen.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtestraling
A
Moet altijd door een tussenstof
B
Gaat niet door een tussenstof

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag
maken 1 t/m 15 van hoofdstuk 5.2 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions