Tekstdoel is altijd een werkwoord. De schrijver wil ...
tekstdoel
uitleg
tekstsoort
vorm
informeren
de lezer informatie geven
informerende tekst
verslag
overtuigen
de lezer overtuigen (mening)
betogende tekst
boekbespreking
activeren
de lezer iets laten doen
activerende tekst
advertentie
amuseren
de lezer vermaken
amuserende tekst
stripboek
Slide 6 - Diapositive
Titel
Inleiding
Tussenkopje
Tussenkopje
Slide 7 - Diapositive
Onderwerp:
fietslicht
Deelonderwerp:
fietslamp aan in het donker
Deelonderwerp:
fietsverlichtings-actie doelgroep
Deelonderwerp:
boete fietsen zonder lamp
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 1
Slide 8 - Diapositive
Hoofdgedachte
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.
Slide 9 - Diapositive
2.3 lezen
Soorten informatieve teksten
Herkennen soorten interviewverslagen
Functies inleiding en slot
Samenvattend tekstverband herkennen
Slide 10 - Diapositive
Tekstopbouw: inleiding
- aandacht trekken
- het onderwerp benoemen of omschrijven
- de aanleiding noemen
- de centrale vraag stellen
- een mening geven
- een samenvatting geven
Slide 11 - Diapositive
Tekstopbouw: slot
- conclusie
- samenvatting
- advies
Slide 12 - Diapositive
Leerdoelen 3.3 Lezen
Ik weet wat een betogende tekst is. (herhaling)
Ik weet wat argumenten, tegenargumenten en weerleggingen zijn.
Ik kan de leesstrategie kritisch lezen toepassen.
Ik kan het tekstverband oorzaak en gevolg herkennen.
Slide 13 - Diapositive
Kenmerken betogende tekst
Vaak heeft een betoog een driedeling:
inleiding: onderwerp en mening
kern: argumenten voor die mening
slot: conclusie of samenvatting
Hoofdgedachte: mening van de schrijver, meestal met daarbij zijn/haar belangrijkste argument.
Vraag je steeds af: ben ik het eens met de schrijver, met zijn mening, met zijn argumenten?
Slide 14 - Diapositive
Begrippen
Argument: informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat zijn mening juist is. (feit/mening)
Tegenargument: argument van iemand met andere mening over hetzelfde onderwerp
Weerlegging: extra argument om het tegenargument onderuit te halen / ontkrachten
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Kritisch lezen
Doel: beoordelen of de inhoud van de tekst overtuigend is.
Hoe?: door beoordelende vragen te stellen bij de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.
Dus: is de schrijver deskundig, is de informatiebron betrouwbaar en is de informatie waar.
Slide 17 - Diapositive
Leesstrategie: kritisch lezen
Feit als argument:
Is dit waar? Is dit echt zo gebeurd?
Hoe komt de schrijver aan die informatie? Onderzoek?
Mening als argument:
Vind ik dit overtuigend? Klopt het met wat ik zelf vind?
Klopt dit met wat ik heb ervaren? Hoe waarschijnlijk is dit?
Slide 18 - Diapositive
Denk aan de signaalwoorden en ...
tekstverbanden!
Slide 19 - Diapositive
Leerdoelen 4.3 Lezen (p. 21)
Activerende tekst herkennen.
Beeld en opmaak in teksten herkennen.
Het tekstverband middel en doel herkennen.
Het voorwaardelijk tekstverband herkennen.
Slide 20 - Diapositive
Activerende teksten (tekstsoort)
Doel: activeren, lezer moet in actie komen
door iets te kopen of oproep om lid te worden/meedoen
Informeren en overtuigen met argumenten
Tekstvormen: reclame, advertenties, folders e.d
Slide 21 - Diapositive
Beeld en opmaak (p. 22)
- Opmaak (vorm van de tekst): verdeling tekst over de pagina, lettertype en lettergrootte, gebruik van kleur
- Beeld kan een foto, plaatje of afbeelding zijn. Functies:
aandacht trekken
illustratie bij de tekst/voorbeeld bij de tekst
informatie toevoegen die niet in de tekst staat
Slide 22 - Diapositive
Twee soorten reclame
Commerciële reclame --> overhalen om iets te kopen.
Ideële reclame --> maatschappelijk doel --> gedrag of opvatting van mensen veranderen.
Slide 23 - Diapositive
Doel – middel
om ... te,
daarmee,
waarmee,
opdat
Slide 24 - Diapositive
Voorwaardelijk
als, wanneer,
indien, mits,
tenzij, op voorwaarde dat
Slide 25 - Diapositive
Leerdoelen 5.3 (p. 98)
Je weet wat een beknopte en schematische samenvatting is. Je weet hoe je deze kan schrijven.
Je kent de volgende vaste tekststructuren:
verklaringsstructuur
voor- en nadelenstructuur
probleem-oplossingsstructuur
conclusie-argumentatiestructuur
Slide 26 - Diapositive
Theorie (soorten samenvattingen) p.98
Samenvatting =
zo beknopt mogelijk informatie geven over de inhoud van een tekst.
- Beknopte samenvatting
- Schematische samenvatting
Slide 27 - Diapositive
Beknopte samenvatting p.98
samenvatting hoofdzaken
hele zinnen
signaal- en verwijswoorden
Slide 28 - Diapositive
Theorie (beknopte samenvatting
Hoe hoofdzaken vaststellen? Gebruik de structuur (opbouw) als uitgangspunt. Sommige teksten hebben een vaste structuur.
Vaste structuur
verklaringsstructuur => uitleg over oorzaak/gevolg/verklaring van verschijnsel
voor- en nadelen structuur => over een bepaald onderwerp (beoordelen)
probleem-oplossingsstructuur => welke oplossingen zijn mogelijk?
conclusie-argumentatiestructuur => betoog
Slide 29 - Diapositive
Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 1:
Tekst met verklaringstructuur
Inleiding: Welk verschijnsel wordt behandeld?
Kern: Wat zijn redenen/oorzaken/verklaringen?
Slot: Welke verklaring is het belangrijkst / meest waarschijnlijk?
Slide 30 - Diapositive
Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 2:
Tekst met voor- en nadelenstructuur
Inleiding: Wat wordt beoordeeld?
Kern: Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?
Slot: Wat is de conclusie?
Slide 31 - Diapositive
Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 3:
Tekst met probleem-oplossingstructuur
- Inleiding: Wat is het probleem?
- Kern: Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?
- Slot: Welke oplossing(en) noemt de tekst?
Slide 32 - Diapositive
Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 4:
Conclusie-argumentatiestructuur
- Wat is het standpunt/stelling van de schrijver?
- Wat zijn argumenten voor en wat zijn tegenargumenten?
- Wat is de conclusie?
Slide 33 - Diapositive
Theorie (beknopte samenvatting)
Geen structuur?
Tekst die geen vaste structuur heeft
- Wat is het onderwerp?
- Wat zijn de deelonderwerpen en wat wordt erover gezegd?
Slide 34 - Diapositive
Theorie (soorten samenvattingen)
Samenvatting =
zo beknopt mogelijk informatie geven over de inhoud van een tekst.