3.6 spreken,kijken,luisteren

Welkom
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Het doel:
 Je kan aantekeningen maken 
je kan vragen achteraf beantwoorden.

Hoe maak je aantekeningen
Filmpje
Vragen

Slide 2 - Diapositive

Hoe kan je aantekeningen maken als je een filmpje bekijkt?

Slide 3 - Carte mentale

Aantekeningen maken
Nederlands - Aantekeningen maken

Slide 4 - Diapositive

Wanneer maak je aantekeningen?

Slide 5 - Carte mentale

Waarvoor gebruik je je aantekeningen?

Slide 6 - Question ouverte

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • aantekeningen maken terwijl je kijkt en luistert naar een fragment (luisteren)
  • aantekeningen maken (schrijven)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

In welke situatie(s) is het handig om aantekeningen te maken?

Slide 9 - Question ouverte

Aantekeningen zijn nuttig
  • Tijdens een (lastige) les;
  • Bij interviews;
  • Notuleren bij vergaderingen;
  • Om jezelf te overhoren bij het leren;
  • Tijdens een klantgesprek (bel je een nieuwe klant, schrijf de naam op en benoem dit later, voor bonuspunten);
  • Je filtert al tijdens het luisteren je informatie;

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Aantekeningen maken
Kijken, luisteren en tegelijk schrijven is lastig, daarom moet je niet te veel opschrijven. Gebruik deze tips:

  1. Geef je aantekeningen een titel van maximaal drie woorden.
    (Bijvoorbeeld: Nederlands, aantekeningen maken.)
  2. Kort woorden of zinnen af. (Halve info ook helder.)
  3. Markeer en arceer. (Laat het OPVALLEN!!!!!!)
  4. Gebruik steekwoorden.

Slide 12 - Diapositive

Tips: 

  • Noteer altijd de datum en de aanleiding (vergadering, les Nederlands, salesgesprek met klant X) 
     
  • Laat ruimte tussen notities.

  • Gebruik geen vakjargon >> dat vergeet je.

  • Schrijf moeilijke zaken (jargon) op in je eigen woorden.

  • Gebruik afkortingen die je kent. 

  • Trek pijlen als dingen met elkaar te maken hebben.  

Slide 13 - Diapositive

Valkuilen
  • Te veel details noteren;
  • Gebrek aan structuur;
  • Moeilijke begrippen letterlijk overnemen;
  • Te laat beginnen met meeschrijven;

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke verschillen heb je gezien?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

BELANGRIJK! 

Door aantekeningen leer je sneller! 


Slide 18 - Diapositive

Aantekeningen maak ik het liefst...
A
Op de laptop
B
Met pen en papier

Slide 19 - Quiz

En nu jij...

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Wat moet je doen?
Boek p.166: 
opdracht 4a/b maken
opdracht 5a maken
Boek p.167:
opdracht 6a maken
opdracht 7 maken

Slide 22 - Diapositive