Les 16 - Jezus als wonderdoener

• Godsdienst
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Godsdienst

2H6 Les 15

Deze les

1. Terugblik

2. Doel van de les

3. Uitleg Jezus als wonderdoener

4. Zelfstandig werk

5. Afsluiten

Welk beroep had Zacheüs?

1. Wetgeleerde
2. Soldaat
3. Belastinginner (tollenaar)
4. Farizeeër

Waarom werd Zacheüs door de mensen buitengesloten?

1. Omdat hij teveel belasting vroeg
2. Omdat hij geld in zijn eigen zak stak
3. Omdat de mensen een hekel hadden aan tollenaren
4. Omdat hij zo klein was

Wie hielp de gewonde man op de weg naar Jericho?

1. De Priester
2. De Samaritaan
3. De Leviet
4. Niemand

Waarom hielpen de priester en de leviet waarschijnlijk niet?

1. Ze waren bang zelf overvallen te worden
2. Ze mochten volgens de regels geen dode aanraken
3. Ze dachten dat het een Samaritaan was
4. Ze vonden dat het de eigen schuld was van de man

Waarom was het bijzonder dat Jezus in gesprek ging met de Samaritaanse vrouw?

1. Mannen mochten niet met vrouwen praten
2. Joden en Samaritanen haatten elkaar
3. Deze vrouw was verstoten door haar vrienden/familie
4. Alle drie zijn waar

Wat beloofde Jezus aan de Samaritaanse vrouw?

1. Eeuwig leven
2. Levend water
3. opnieuw mogen beginnen
4. alle drie zijn waar

Doel van deze les

Je weet wat een wonder is, welk soort wonderen Jezus doet en waarom Jezus dit doet

Je snapt hoe de wonderen te maken hebben 

met Gods koninkrijk

Lees de uitspraken en beantwoord de volgende vraag

Wat hebben al deze uitspraken met elkaar gemeen?

Wat zou jij een wonder noemen?

Maak opdr 24

Hoe: voor jezelf, in stilte

Tijd: 5 min

Klaar: verder met opdr 21-23

Product: klassikaal bespreken

Wat is niet waar voor een wonder?

1. Je kunt het verklaren
2. Je bent er van onder de indruk
3. Het kan iets heel bijzonders zijn
4. Het kan iets heel normaals zijn

Als Jezus zieken geneest, valt het volgende op:

1. Hij geneest mensen die eigenlijk niet te genezen zijn
2. Jezus stuurt soms mensen weg
3. Hij gebruikt hulpmiddelen of formules
4. het kost geld