Unit 5 lesson 5 - Short yes/no answers en bijwoorden

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Unit 5 lesson 5

Grammar: short yes/no answers

Uitleg:

Het is in het Engels niet beleefd om alleen maar met yes of no te antwoorden. In plaats daarvan gebruik je een korte zin:

Ja- antwoorden maak je zo: Yes, + voornaamwoord + het eerste werkwoord uit de vraagzin.

Nee- antwoorden maak je zo: No, + voornaamwoord+ het eerste werkwoord uit de vraagzin + not / n't 

Grammar: short yes/no answers

Do you think this is easy?          Yes, I do / No, I don't

Can we leave early today?   Yes, you can / No, you can't 

Would you like some chocolate?    Yes, I would / No, I wouldn't

Are you watching a film?   Yes, I am / No, I am not

Wat doe je om een short yes/no answer te geven?

1. Je herhaalt het 1e werkwoord
2. Je herhaalt alle werkwoorden
3. Je herhaalt de hele zin
4. Je zegt alleen 'yes' of 'no'

Short Yes and no answers!
Are you in the English class right now? Yes,

1. I are
2. I am
3. I aren’t
4. I am not

Short yes/no answers:
Will you help me? (+)

Short yes/no answers:
Did he do his homework? (-)

Short yes/no answers:
Can the dogs jump over those fences? (-)

Give the short yes/no answer:
Does Richard like that? -

Bijwoorden (adverbs) - Word order

- Bijwoorden zeggen iets over hoe vaak iets gebeurd (bijwoorden van frequentie)

- Bijwoorden die iets zeggen over de plaats (bijwoorden van plaats)

- Bijwoorden die iets zeggen over waar of waarheen (bijwoorden van tijd)

Bijwoorden van tijd staan altijd voor het hoofdwerkwoord:

We always eat sandwiches for lunch.

I never shout at my dog.

Andere bijwoorden van tijd: often, usually en sometimes

Bijwoorden van plaats staan aan het eind van de zin:

My bike is in the shed.

They left for France.

Kan van alles zijn zolang het een plaats aanduid.

Bijwoorden van tijd staan meestal eind van de zin

 bij extra nadruk voor aan de zin

They left two days ago.

Yesterday I fixed my bike.

Andere voorbeelden: Last week, tomorrow, last year, last weekend, 2 hours ago

Als plaats en tijd beide in de zin staan komt plaats voor tijd:

Ezelsbruggetje:

De P van plaats komt in het alfabet voor de T van tijd

Oefentoets - unit 5

1. Go to Google Classroom

2. Work on de oefentoets 

3. Hand it in at the end of the lesson

5. In silence