werkwoordspelling 2 december

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Hoe tevreden ben jij met jouw kennis en vaardigheden wat betreft werkwoordspelling?

😒🙁😐🙂😃

Hij ... ... op de bank gisteren na die lange fietstocht. (uitrusten)

Toen mijn vader thuis kwam ... hij meteen een kop koffie. (zetten)

1. zetten
2. zette
3. zeten
4. gezet

Hij ... goed wat meester hem heeft verteld. (onthouden)

Eerst schilt ze de appels, daarna ... ze het deeg. (kneden)

Goedemiddag! U ... zich in de trein naar Nijmegen. (bevinden)

1. bevint
2. bevond
3. bevondt
4. bevindt

... hij wel dat we om elf uur een afspraak hebben? (onthouden)

1. Onthout
2. Onthoudt
3. Onthouddt
4. Onthield

De juf heeft een filmpje ... om straks te te laten zien. (downloaden)

1. download
2. gedownloadt
3. gedownload
4. downloadde

... je fiets ook door hem gemaakt? (worden)

1. Werd
2. Wordt
3. Werdt
4. Word

Hoe ... je eigenlijk badmeester? (worden)

1. werd
2. werdt
3. word
4. wordt

Mijn vader ... de hamburgers iets te hard. (grillen)

1. grillde
2. grilde
3. grild
4. grildte

De vrouw ... onderweg in een gezellig restaurantje. (lunchen)

Hoe tevreden ben jij met jouw kennis en vaardigheden wat betreft werkwoordspelling?

😒🙁😐🙂😃