Ster in schrijven B 5.2 Wat is mijn beroep?

• NT2
• ISK

Welke beroepen gaan we bespreken?

Wat doet de kapper?
Schrijf drie dingen

Wat doet de schilder?
Schrijf drie dingen

Wat doet de docent?
Schrijf drie dingen

We lezen de tekst.

Wat is een stage?

Wat is een stageverslag?

Woordenschat

het stageverslag

de stage

de winkel

ik praat

de klanten

ik vul de vakken

ik veeg

de vloer

Wie schrijft het stageverslag?

Wat vertelt Mo niet?

1. zijn naam
2. zijn school
3. zijn leeftijd
4. zijn klas

Wat doet Mo NIET op de stage?

1. Hij praat met klanten.
2. Hij knipt haren.
3. Hij vult de vakken.
4. Hij veegt de vloer.

Naam: Ahmad. 

School: SDL-ISK 

Waar doe je stage?

Wat doe je op de stage?

Ik werk bij een architectenbureau.

Klas: A2

Naam: Lizi.

Ik maak tekeningen.
Ik ontwerp huizen.

Ik praat met jongeren op fatbikes.

Ik volg stage bij de politie.

De stage van Aristide.

Ik mag meerijden op de motor.

Welke zin is goed?

1. ik ben Milka
2. Ik ben Milka.

Welke zin is goed?

1. Ik woon in Goes.
2. ik woon in Goes

Welke zin is goed?

1. ik eet graag koek
2. Ik eet graag koek.

Welke zin is goed?

1. ik zit op de ISK
2. Ik zit op de ISK.

Welke zin is goed?

1. Ik hou niet van kaas.
2. ik hou niet van kaas

in een winkel Ik werk

1. werk in een winkel ik.
2. Ik werk in een winkel.
3. een winkel Ik in werk.

sta op een ladder ik

1. Ik sta op een ladder.
2. een ladder op Ik sta.
3. sta op een ladder Ik.

Ik de auto was

1. was de auto Ik
2. Ik was de auto
3. de auto Ik was

over het weer Semra praat

1. Semra praat over het weer.
2. het weer Semra praat over.
3. praat over het weer Semra.

rijdt in een auto Ziba.

1. in een auto Ziba rijdt.
2. Ziba rijdt in een auto.
3. rijdt in een auto Ziba.

groot is de auto.

1. is groot De auto.
2. De auto is groot.
3. De auto groot is.

Maak opdracht 5A, B en C.

We kijken samen na.

Maak opdracht 6 alleen.

Denk aan hoofdletters en punten.

Bij 1-2-3 schrijf je zinnen!

Maak opdracht 7 samen met een andere leerling.

Klaar? 

Maak opdracht 8, 9 en 10.

Ben je helemaal klaar?

Lever je boek in bij mij.

Schrijfoefening zinnen.