10 Boodschap medium decoderen

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen

• Je kiest het juiste medium en onderbouwt (motiveert) deze keuze.
  
  
• Je weet wat decoderen inhoudt en speelt in op mogelijke ruis.
  
  
• Je kent het belang van luisteren binnen communicatie.

Doel

Welke doelen zijn er?

Communicatie-doelen (blz. 31)

• Informatie overdragen
• Jezelf uiten
• Iets van de ander vinden
• Iets van de ander willen
• De ander vermaken

• Of een mix hiervan

Effectgrafiek

Boodschap koppelen aan juist medium / middel

2. Je wilt een klacht indienen bij de gemeente over de wijze waarop je op het gemeentehuis te woord bent gestaan.

1. Persoonlijk gesprek
2. Telefoongesprek
3. Brief
4. E-mail

3. Je wilt een collega instrueren over veiligheidsvoorschriften.

1. Persoonlijk gesprek
2. Telefoongesprek
3. Brief
4. E-mail

4. Je wilt een BPV-plaats aanvragen bij een bedrijf.

1. Persoonlijk gesprek
2. Telefoongesprek
3. Brief
4. E-mail

9. Je wilt doorgeven dat een vergadering een uur later begint.

1. Persoonlijk gesprek
2. Telefoongesprek
3. Brief
4. E-mail

Communicatie

Zender 

Boodschap 

Ontvanger 

Communicatie

Zender 

Boodschap 

Ontvanger 

Decoderen

Waarnemen

Interpreteren

DECODEREN

Waarnemen

Interpreteren

DECODEREN

Neutraal of subjectief

(Tegenovergestelde van subjectief is eigenlijk objectief.)

Intersubjectiviteit

Waardoor kan de waarneming en interpretatie bij de ontvanger beïnvloed worden?

Situatie

Zender

Medium

Ontvanger

Situatie (externe ruis)

Interne ruis: factoren bij zender, medium of ontvanger

Zender

Medium

Ontvanger

Situatie (externe ruis)

- plaats

- anderen

- tijdstip

Interne ruis: factoren bij zender, medium of ontvanger

Zender

- niet nagedacht
   over boodschap

- geen concentratie

- niet alle info

- paradoxaal gedrag

Medium

- mondeling?
- techniek

Ontvanger

- humeur, fit, energie

- oordeel m.b.t. zender

- normen en waarden

- begrip

Waardoor kan de waarneming en interpretatie bij de ontvanger beïnvloed worden?

Blz. 94 - 97

Niveaus van luisteren:

Actief luistergedrag:

LUISTEREN

Niveaus van luisteren:

1. niet luisteren

2. oppervlakkig luisteren

3. inhoudelijk luisteren
(vooral zakelijke aspecten; niet expressief, relationeel of appellerend)

4. actief luisteren

Actief luistergedrag:

• focus op boodschap
• non-verbale open houding
• verbale open houding
• actief 2-richtingsverkeer

LUISTEREN

Nu jullie...

Toets: hoofdstuk 1 t/m 5

Vrijdag 19 november:

1. 9.30 - 10.30 uur: leren in de klas, al je vragen stellen
2. 15.30 - 16.30: TOETS