Dans Cultuur van het Moderne

Wat weet jij nu over
moderne dans?
1 / 29
suivant
Slide 1: Carte mentale
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat weet jij nu over
moderne dans?

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Het verhaal
https://dansmagazine.nl/reportage/het-verhaal-achter-het-zwanenmeer

https://www.youtube.com/watch?v=g7BV-e6jGOc


Academisch Ballet
Moderne Dans
Verhalend
benen en voeten uitgedraaid
pointesdans op spitzen
grote luchtsprongen
witte tutu's
virtuositeit in divertissementen
nadruk op expressie
horizontaal gericht
blote voeten
hoekige bewegingen
losse kleding/ abstracte kostuums
paralelle beenposities

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennis over moderne dans toepassen

Je gaat zo een aantal vragen maken over moderne dans.

De videofragmenten kan je voorafgaand aan de vraag, maar ook tijdens een vraag bekijken door een dia terug te gaan.

Bekijk nu eerst: 'De Hexentanz'

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de video: Mary Wigman met haar Hexentanz uit 1913.
Mary Wigman ontwikkelt de Ausdrucktanz, een expressionistische dans. Daarin breekt ze met alle tradities van het ballet. Zo draagt ze een masker.
Leg uit aan de hand van 3 aspecten van haar dans hoe ze met de traditie van het ballet breekt.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wigman is geïnspireerd door het Japanse Noh-theater waarin de acteurs maskers dragen. In de Hexentanz draagt Wigman ook een masker. De muziek bij de dans is gebaseerd op gamelanmuziek. Ze gebruikt beiden om de expressie van haar dans te vergroten.
Leg dit voor uit voor beiden.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wigman studeerde onder andere bij Rudolf Laban. Deze danstheoreticus vindt dat dans uitdrukking kan geven aan ideeën, gevoelens en innerlijke conflicten. Wigman wil dan ook met haar dans angst uitdrukken.
Leg aan de hand van twee aspecten uit hoe ze dat doet.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk voor de volgende vragen: 
'Lamentation' van Martha Graham

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst: Martha Graham 
(Uit: Van Hofballet tot Postmoderne dans)
Als een artistieke reuzin rijst in de danswereld het beeld op van Martha Graham (1894-1991). Als legendarische danseres, geniale choreografe en onovertroffen pedagoge, moet Graham worden gerekend tot een van de allergrootsten in de dansgeschiedenis. Haar invloed is onschatbaar, vooral omdat ze de grondlegger is van de Grahamdans. Het laatste is een verzamelnaam voor zowel de techniek die Graham ontwierp alsmede voor haar dansstukken (..)
De Grahamtechniek is de enige moderne danstechniek die zich - wat systematische opbouw, weelde van uitgewerktheid en veelzijdige bruikbaarheid betreft - kan meten met de academische ballettechniek. Vooral door zijn vastgelegde systematiek en methodiek is de Grahamtechniek nu ook even traditioneel als de academische ballettechniek. Maar deze twee traditionele danstechnieken zijn fundamenteel verschillend, wat te maken heeft met de verschillende opvattingen omtrent de lichamelijke oorsprong van alle bewegingen (...) 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In Grahams werk zijn invloeden van Mary Wigmans Ausdrucktanz terug te vinden.
Noem twee invloeden van Mary Wigman die in het fragment 'Lamentation' zijn terug te vinden.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de solodans 'Lamentation' waarmee Martha Graham bekend is geworden en lees de tekst. Haar dansen worden wel 'gedanst psychodrama' genoemd vanwege de expressieve en emotionele inhoud.
Noem drie kenmerken van deze Grahamdans in 'Lamentation'. Geef aan waarin ze afwijken van het academische ballet.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Grahams expressionistische dans maakt dat ze tot de modernen behoort.
Noem naast dit expressionisme nog twee zaken die maken dat ze tot de moderne kunstenaars gerekend mag worden.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vragen/opmerkingen heb jij nog over moderne dans?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunstbeschouwing – Dans – Dansante middelen
Voorstelling: wat voor soort dans wordt er uitgevoerd? Wat is er te zien en te horen?
  - gezelschapsdans en theaterdans (klassiek ballet, moderne dans, jazz en show dans)
Theaterdans heeft vaak een verhaal of thema.
Vormgeving: stuurt hoe toeschouwers de voorstelling interpreteren. In een choreografie (de vormgeving) wordt gebruik gemaakt van de volgende aspecten: Ruimte, Tijd en Kracht




Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijd

- Een paar minuten of avondvullend
- Tempo (snel, langzaam, afwisselend)
- Ritme bijv herhalen
- Freeze stilstaan






Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kracht

Kracht en inspanning. 
Vloeiende bewegingen ogen ontspannend beweging met spierspanning juist fel.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruimte


Dans vindt plaats in de ruimte. Vaak begrensd (dansvloer of podium)
Andere ruimte elementen zijn;
- Patronen op de vloer
- De richting waarin ze zich bewegen (achterwaarts, diagonaal etc)
- De blikrichting
- De hoogtelagen (hoog, midden laag springen, zitten en liggen.


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Choreografie
Een choreograaf maakt tijdens het maakproces keuzes over ruimte, tijd en kracht.

Wanneer dit af is spreken we van een choreografie of danscompositie.
De stijl kan je omschrijven als sierlijk, hoekig, uitbundig, ingetogen, snel, langzaam, expressief of ritmisch



Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

van het lichaam

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenvraag

Het onderwerp van Lamentation (1930) van Martha Graham is de Grote Depressie (een wereldwijde economische crisis van 1929-1939. Het personage in de dans is een personificatie van het verdriet zelf.
 

Wat is de invloed van het kostuum op de bewegingen van de danser?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de invloed van het kostuum op de bewegingen van de danser?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
Strekking antwoord:

Het kostuum is een lange koker/buis gemaakt van paarse jersey. De bewegingsvrijheid van de danser wordt hierdoor beperkt. 
Gevolg voor de dansvormgeving: minder variatie in hoogtelagen en richtingen (element ruimte), spanning is meer zichtbaar (in de stof) (element kracht)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions




Voorstelling
  • Verhaal / Thema
  • Gevoelens
  • Verbinding met de realiteit


Aspecten van de dans:
Vormgeving
  • Ruimte
  • Tijd
  • Kracht

  • Theatervormgeving
Dans analyseren:           

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions