Lichaamstaal

• Sociale vaardigheden
• MBO
• Studiejaar 1

SOCIALE VAARDIGHEDEN

Wat is lichaamstaal?

Door gebruik te maken van je lichaam en gezichtsuitdukkingen kan iemand anders al laten zien hoe jij je voelt. Dit noem je lichaamstaal. 

Er zijn verschillende vormen van lichaamstaal....

Je houding: hoe je zit of staat, hoe je je hoofd houdt.

De gebaren die je maakt: wat je vertelt met je handen en armen.

De gebaren die je maakt: 

wat je vertelt met je handen en armen.

Je gezichtsuitdrukking: wat je laat zien op je gezicht, welke emoties daarvan af te lezen zijn.

Oogcontact: de manier waarop je iemand aankijkt.

Kleding

Stemgebruik

Valkuilen

Lichaamstaal is in veel situaties een goed hulpmiddel om elkaar beter te begrijpen. Maar... er kan ook verwarring door ontstaan.

Welke valkuilen kunnen er zijn?

Valkuilen

Lichaamstaal is in veel situaties een goed hulpmiddel om elkaar beter te begrijpen. 

Maar... er kan ook verwarring door ontstaan.

Welke valkuilen kunnen er zijn?

Quiz

1. Als iemand dezelfde houding aanneemt als zijn gesprekspartner...

1. vindt de ander dat na-apen meestal erg irritant
2. duidt dit vaak op overeenstemming
3. weet hij zichzelf geen goede houding te geven
4. komt dat wat stijfjes over

2. Als je collega tijdens een vergadering zijn armen kruist ...

1. heeft hij het koud
2. is hij het niet eens met wat wordt gezegd
3. luistert hij aandachtig
4. antwoord a, b, of c zijn allemaal mogelijk

3. Als een jongen en een meisje hand in hand lopen...

1. is haar hand meestal de voorste
2. is zijn hand meestal de voorste
3. verschilt het telkens wie zijn hand voor heeft
4. is er geen voorste of achterste hand

4. Iemand die zijwaarts blikt als hij nadenkt...

1. herinnert zich een bepaald gevoel
2. heeft een bepaald beeld in gedachten
3. herinnert zich een geur of smaak van vroeger
4. overdenkt wat hij gehoord heeft

5. De eerste glimlach van een baby...

1. is reflexmatig gedrag
2. geeft blijk van blijdschap
3. ontstaat door nabootsen van ouderen
4. duidt op herkenning

6. De meeste gesprekken vinden plaats in...

1. de intieme zone
2. de persoonlijke zone
3. de sociale zone
4. de publieke zone

7. Bij een gelijkwaardige handdruk:

1. heb je je hand boven die van de ander
2. heb je je hand onder die van de ander
3. is je hand in verticale positie
4. groet je met twee handen

8. Optrekken van de wenkbrauwen kan duiden op:

1. herkenning of verbazing
2. verdriet
3. boosheid
4. afkeer

9. Tijdens een gesprek vertelt lichaamstaal vooral iets over

1. de intelligentie van de sprekers
2. de inhoud van de boodschap
3. de onderlinge relatie van de gesprekspartners
4. de gezondheid van de aanwezigen

10. Tijdens een persoonlijk gesprek (face-to-face)

1. is lichaamstaal belangrijker dan gesproken taal
2. is gesproken taal belangrijker dan lichaamstaal
3. kun je spreken zonder lichaamstaal te gebruiken
4. vullen lichaamstaal en gesproken taal elkaar aan