Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.
Fenotype: Het uiterlijk (zichtbare kenmerken) van een organisme
Genotype: de informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme
Een deel van een chromosoom dat de informatie bevat van één erfelijke eigenschap
Bij fruitvliegen is de eigenschap voor rode ogen dominant over dat van witte ogen. Een homosygote vlieg met rode ogen wordt gekruist met een vlieg met witte ogen. de nakomelingen (kinderen) worden onderlng gekruist zodat een F2 (kleinkinderen) ontstaat.
Werk deze kruising uit
P: AA x aa
Geslachtscellen: A a
F1: Aa
Aa x Aa
Geslachtscellen: A of a A of a
F2:
Bij cavia's is de eigenschap voor kort haar dominant over dat van lang haar.
Een homozygote kortharige cavia wordt gekruist met eenlangharige cavia. De nakomelingen kruisen zich onderling voort.
Werk deze kruising uit tm de F2
Wanneer 2 ouders hetzelfde fenotype hebben en ze krijgen een kind met een ander fenotype, dan is de eigenschap van de ouders dominant en zijn ze beide heterozygoot (Aa)
De nakomeling is dan homozygoot recessief (aa) voor deze eigenschap
cookieTextcookieStatement