Les 20.1 Lading en stroom

Les 20.1 - §2.1 Lading en stroom
Lesplanning:
  1. Uitleg lading en stroom
  2. Maken opgaven §2.2
  3. Afsluiting
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Les 20.1 - §2.1 Lading en stroom
Lesplanning:
  1. Uitleg lading en stroom
  2. Maken opgaven §2.2
  3. Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Je kan uitleggen wat stroom is met de begrippen, lading, vrije elektronen en spanning.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan je met een ballon een (leeg) blikje laten rollen zonder hem aan te raken?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lading
Zonder lading geen elektriciteit….
Wat is lading? Hoe zie je dat een voorwerp geladen is? Hoe wordt een voorwerp geladen?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lading
Grootheid
Eenheid
Voluit
Lading
Q
Symbool
Coulomb
C

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is lading?
Elk voorwerp bestaat uit negatief en positief geladen deeltjes. Wanneer een voorwerp niet evenveel positieve als negatieve deeltjes heeft is het voorwerp geladen.


Soorten lading
Een voorwerp is positief geladen als het meer positieve (protonen) dan negatieve deeltjes (elektronen) heeft.
Een voorwerp is neutraal geladen als het evenveel positieve als negatieve deeltjes heeft.
Een voorwerp is negatief geladen als het meer negatieve dan positieve deeltjes heeft.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lading van Fe3+
  • Lading van de kern
  • Lading van de elektronen
  • Totale lading van het ion

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe zie je dat een voorwerp is geladen?


  • Aantrekken en afstoten
  • Vonken overspringen 

Slide 8 - Diapositive

DEMO
  • Blikje cola laten rollen
  • Ballon aan gezicht plakken
  • Papiersnipper ballon
  • Lading aantonen met meter
  • Vonken trekken apparaat. 
  • Ballon en water


Hoe krijgt een
voorwep lading?


Negatieve deeltjes (elektronen) kunnen zich verplaatsen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat elektrische stroom?

Bij een “groot” ladingsverschil bewegen de elektronen (negatieve deeltjes) van een negatief geladen plaats naar een positief geladen plaats. Aantrekking

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroom






Stroom is het bewegen van lading in één richting.
In een metalen draad zijn de ladingen die stromen vrije elektronen.
-
+

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomsterkte in ampère I (A)
De hoeveelheid lading dat per seconde een punt in de  stroomkring passeert.
I(A)=t(s)Q(C)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1 Ampère 
6,24 • 10¹⁸ elektronen per seconde

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Voorbeeldopgave
De stroomsterkte door een apparaat is 1,5 A. Bereken hoeveel elektronen er in een uur tijd door het apparaat stromen.
Gegeven:
I = 1,5 A
t = 1 h

Gevraagd:
N_elektronen = ?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maken en nakijken in je schrift:
§2.1 opgave (1), 2, (4), 5, 6, 8, (9), 10 en (11)
Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Slide 15 - Diapositive

4, 
Hoe komt het dat een lampje direct aangaat zodra je de schakelaar sluit.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

+
-

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig om een lampje te laten branden?
Gebruik het woord lading in je antwoord.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions