WISK X HOOFDSTUK 5 Meetkunde 2 - Les 5.2 Rekenen met lengte

WISK - X
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Secundair onderwijs

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WISK - X

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1
HOOFDSTUK 5 
Meetkunde 2
LES 5.2
Rekenen met lengte

Slide 2 - Diapositive

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Nazeggen
De docent spreekt de nieuwe woorden uit zeg na.


  • kilometer
  • hectometer
  • decameter
  • meter
  • decimeter
  • centimeter
  • milimeter

Slide 5 - Diapositive

Bespreek met de klas

Besprek met de klas
Hoe groot is een centimeter?
Hoe groot is een millimeter?
Hoeveel millimeters passen er in een centimeter?
Hoe groot is een meter?
Hoe lang is het lokaal (in meters)?
Hoe breed is het lokaal (in meters)/
Hoe lang is jouw wiskunde docent ongeveer?
Hoe hoog is het lokaal ongeveer?
Hoe hoog is de school ongeveer?
Hoe lang is een auto?
Hoe groot is een kilometer?
Hoeveel kilometer is het vanaf jouw huis naar school?
Is een pen ongeveer 1cm, 1 dm of 1m lang?
Is een voetbal veld 1dam, 1hm of 1km lang?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands
mijn taal
lengte

Slide 8 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands
mijn taal
breedte

Slide 9 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands
mijn taal
hoogte

Slide 10 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands
mijn taal
afstand

Slide 11 - Question ouverte

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands
mijn taal
diepte

Slide 12 - Question ouverte

Nazeggen
De docent spreekt de nieuwe woorden uit zeg na.


  • lengte
  • breedte
  • hoogte
  • afstand
  • diepte

Slide 13 - Diapositive

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De Noordzee heeft een diepte van ongeveer 94 meter.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Slide 14 - Question ouverte

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
In de Noordzee zijn veel leidingen aangelegd.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Slide 15 - Question ouverte

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De leidingen hebben een totale lengte van 2.500 km.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Slide 16 - Question ouverte

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
Er liggen ook veel kabels op de bodem van de Noordzee.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Slide 17 - Question ouverte

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De kabels hebben een lengte 3000km.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Slide 18 - Question ouverte

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De temperatuur van het water in de Noordzee is in de winter ongeveer 1 ℃ en in de zomer ongeveer 18 ℃
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Slide 19 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een pasgeboren baby is ongeveer 50 ............. lang.

Slide 20 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een huis is ongeveer 8 ............. hoog.

Slide 21 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De afstand tussen Leeuwarden en Groningen is ongeveer 65 ...................

Slide 22 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De diepte van een zwembad is ongeveer 2,5 ..................

Slide 23 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een boom is ongeveer 12 .............hoog

Slide 24 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Mijn hand is ongeveer 17 .............. lang

Slide 25 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De breedte van een auto is ongeveer 180 .......................

Slide 26 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een vliegtuig vliegt op 10 ...................hoogte

Slide 27 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De diepte van de Noordzee is ongeveer 94 ...................

Slide 28 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een decameter is het zelfde als 10

Slide 29 - Question ouverte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een vlieg is ongeveer 8 ............lang

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Bereken de omtrek van het figuur.
Kijk goed welke eenheid gebruikt wordt.

Slide 32 - Question ouverte

Bereken de omtrek van het figuur.
Kijk goed welke eenheid gebruikt wordt.

Slide 33 - Question ouverte

Taak Les 5.2 Reken met lengte
  • Maak de taken van Blz. 165 tot en met blz. 167
  • Doe dit in stilte (stoplicht)

  • Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
  • Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.

Slide 34 - Diapositive

                 Sleep van groot naar klein
1 dam
1 cm
1 m
1 km
1 dm
1 hm
2mm

Slide 35 - Question de remorquage

Extr
Einde les

Slide 36 - Diapositive

Extr

Slide 37 - Diapositive

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 38 - Diapositive