31-03-2021 Betrekkelijk voornaamwoord

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vandaag

Het betrekkelijk voornaamwoord: wat is dat en wat doet dat?

In het Latijn: de rijtjes en vertaling

Betrekkelijk voornaamwoord

De man, die daar loopt, is mijn vriend

De man, die jij ziet, is mijn vriend

Betrekkelijk voornaamwoord

In de eerste zin: onderwerp

In de tweede zin: lijdend voorwerp

Maar: slaat in beide zinnen terug op de man (onderwerp)

De man, die je ziet

Betrekkelijk voornaamwoord: die

De man: antecedent (belangrijke term!)

Belangrijke regel

Het antecedent en het betrekkelijk voornaamwoord komen altijd overeen in geslacht en getal, maar niet altijd in naamval.

Qui, quae, quod

Zelfde vormen als bijvoeglijk vragend voornaamwoord (HB 128)

Vir, qui ambulat, amicus est.

De man, die loopt, is een vriend.

Andere naamval

Vir, quem vides, amicus est.

De man die je ziet, is een vriend.

Andere naamval

Vir, cuius canem vides, amicus est.

De man, van wie/wiens hond je ziet, is een vriend.

Belangrijke termen

Betrekkelijk voornaamwoord

Antecedent

Betrekkelijke bijzin

Noteer

Betrekkelijk voornaamwoord (naamval geslacht getal)

Antecedent (naamval geslacht getal)

Betrekkelijke bijzin

Vertaling

Donum feminarum, quas dominus vocavit, mihi placet

Dominus donum servo, cuius frater fugerat, non iam dedit.

Nu zelf!

Mandatum XIV