B&F, spelling, blok 4 week 2 extra

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Spelling

Blok 4 week 2 extra 

Wat is het werkwoord in deze zin?

Ik draag een wollen trui.

Wat is het lidwoord in deze zin?

Ik draag een wollen trui.

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?

Ik draag een wollen trui.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?

Ik draag een wollen trui.

Wat is het werkwoord in deze zin?

Ik maak een mooie tekening.

Wat is het lidwoord in deze zin?

Ik maak een mooie tekening.

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?

Ik maak een mooie tekening.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?

Ik maak een mooie tekening.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

De vlinder vliegt naar de rode bloem.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

De uil zit op een dikke tak.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

De geit eet het sappige gras.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Plotseling trok Gijs de deur in het slot.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

De sneeuwvlok dwarrelde naar beneden.

Vanaf de volgende slide begint het dictee. 

Succes!

Nu de zin. Denk aan de
hoofdletters en leestekens.

Dit was het einde van de les

Je hoeft vandaag geen les in Gynzy te maken voor spelling