H4 - Schrijven, waar let je op?

Welkom!
  • Mobiel in het hotel
  • Leesboek 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
  • Mobiel in het hotel
  • Leesboek 

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Stillezen (20 min.)
  • Over schrijven - check
timer
20:00

Slide 2 - Diapositive

Schrijven, waar let je op?
Bij het schrijven van de leesautobiografie let je op:

Slide 3 - Question ouverte

Welke alinea is goed opgebouwd?
Volksverhuizing voor hoofdtribune
Als de start van de grand prix dichterbij komt, verplaatst alles en iedereen zich richting startgrid. De voorbereiding speelt zich dan nog nog af in de pitbox, waar de auto's worden klaargemaakt. Een half uur voor de start begint een kleine volksverhuizing voor de stampvolle hoofdtribune, over de pitstraat naar de startgrid.
Volksverhuizing voor hoofdtribune
Als de start van de grand prix dichterbij komt, verplaatst alles en iedereen zich richting startgrid. 
De voorbereiding speelt zich dan nog nog af in de pitbox, waar de auto's worden klaargemaakt. 
Een half uur voor de start begint een kleine volksverhuizing voor de stampvolle hoofdtribune, over de pitstraat naar de startgrid.
Sleep naar het goede antwoord

Slide 4 - Question de remorquage

Werkwoordspelling
Sterker nog: als beide coureurs uitvallen, ... (worden) dat hele proces versneld.

Slide 5 - Question ouverte

Werkwoordspelling
Formule 1-topman Stefano Domenicali was voorafgaand aan de GP al enthousiast over Zandvoort en was zondagavond niet van mening ... (veranderen).

Slide 6 - Question ouverte

Het ... (gebeuren) tegenwoordig steeds vaker dat mensen fan zijn van F1.
A
gebeurde
B
gebeurt
C
gebeurd
D
gebeurdt

Slide 7 - Quiz

Hoofdletters gebruik je NIET bij
A
Namen, plaatsen
B
Aan het begin van de zin
C
zelfstandig naamwoorden

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:
Een meisje ... ik ken, werkt bij de AH.
Wat
Dat
Die
Wie

Slide 9 - Sondage

Getallen onder de 20 schrijf je:
A
In cijfers (18)
B
In letters (achttien)
C
Maakt niet uit

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste leestekens in:
kees riep moeder kom je eten

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste leestekens in:
voor de toets leer je het volgende spelling woordenschat en formuleren

Slide 12 - Question ouverte

Check:
  • Kijk op Itslearning in de planner
  • Check tijdens/na het schrijven van je leesautobiografie of je alle punten hebt
  • Check je spelling/grammatica

Slide 13 - Diapositive