Grammatica Cursus 5 les 2 - zinnen ontleden herh.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

WELKOM!

Jas aan de kapstok, telefoon in de koffer.

Neem rustig plaats

Op tafel: Leesboek en laptop (dicht!)

VANDAAG

• stil lezen
• praten over je boek
• lesdoel
• instructie
• zelfstandig werken
• evalueren

VANDAAG

• stil lezen
• praten over je boek
• lesdoel
• instructie
• zelfstandig werken
• evalueren

lesdoel

Aan het eind van de les, weet jij nog precies wat je nog weet van vorig jaar. Je kan de pv, het ww.gez en het onderwerp in een zin benoemen. 

Instructie       log in in deze LessonUp

Wat je nog weet van vorig jaar?

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

"Samen kijken we naar de les." Wat is hier de pv?

• Zin vragend maken: Kijken we samen naar de les? PV = kijken.
• Zin in enkelvoud: Samen kijk ik naar de les. PV = kijken 
• Zin in een andere tijd: Samen keek ik naar de les. PV = kijken

Instructie

Wat je nog weet van vorig jaar?

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?

"Samen kijken we naar wat we naar de les." Wat is hier het ww gez.?

• Alle werkwoorden in de zin = kijken

Instructie

Wat je nog weet van vorig jaar?

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

"Samen kijken we naar wat we naar de les." Wat is hier het o?

• wie of wat +pv = we
• vragende zin, onderwerp gelijk na pv = we
• enkelvoud of meervoud = onderwerp verandert mee = we

Toepassen

Humus wordt gemaakt van kikkererwten.

Noteer de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.

• pv = wordt
• o. = Humus
• ww gez = wordt gemaakt

Aantekeningen schrift

Schrijf in je schrift:

'Leren toets grammatica:

Hoe vind ik de persoonsvorm? Zin vragend maken, andere tijd zetten, meervoud of enkelvoud maken. 

Hoe vind ik het onderwerp? Wie of wat voor de pv zetten

Hoe vind ik het werkwoordelijk gezegde? Alle werkwoorden in een zin. '

Zelfstandig werken

Jullie gaan naar Cursus 5 - grammatica - paragraaf 2 Zinsdelen (ZD)

Jullie maken alle opdrachten van paragraaf 2 af. Ben je snel klaar?

Dan ga je trainen met woordsoorten of met zinsdelen. 

Als je zover bent, laat ik je zien waar je kan trainen. 

Begrijp je alles nog van vorig jaar?

😒🙁😐🙂😃