Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Grammatica zinsdelen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Slide 3 - Vidéo
Lesdoel vandaag
Ik kan in een zin de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp. Ook leer je hoe onderwerp en pv overeenkomen in getal
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Ontleed onderstaande zin
Vanmiddag geeft hij zijn vriendin een ring.
Slide 6 - Diapositive
Welk antwoord klopt?
A
zijn vriendin = MV
B
zijn vriendin = LV
C
zijn vriendin = ond
D
zijn vriendin = gez
Slide 7 - Quiz
Ontleed de volgende zin
Hij wenst Daphne meer mensenkennis toe
Slide 8 - Diapositive
Welk antwoord is NIET juist?
A
Hij = ond
B
Wenst = gez
C
Meer mensenkennis= lv
D
wenst = pv
Slide 9 - Quiz
Onderwerp en persoonsvorm in getal overeenstemmen
Meestal zie je heel snel of ze overeenkomen, maar soms zie je dat niet meteen.
Soms bestaat het onderwerp uit een woord dat in vorm enkelvoud is, maar de betekenis als meervoud overkomt.