Aardrijkskunde
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel aardlagen heeft de aarde?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 2 - Quiz
De buitenste laag van de aarde is...?
A
De binnenste kern
B
De buitenste kern
C
De mantel
D
De aardkorst
Slide 3 - Quiz
De middelste laag van de aarde is...?
A
De aardkorst
B
De binnenste kern
C
De mantel
D
De buitenste kern
Slide 4 - Quiz
Zet de aardlagen op de goede volgende, waarbij nummer 1 de binnenste laas is en nummer 4 de buitenste laag.
Slide 5 - Question ouverte
We onderscheiden twee soorten aardplaten. Welke zijn dit?
A
Zee platen en landplaten
B
oceanische platen
C
continentale platen
D
oceanische platen en continentale platen
Slide 6 - Quiz
Wat zijn de gevolgen van schuivende aardplaten?
A
ontstaan van aardbevingen
B
ontstaan van aardbevingen en vulkanen
C
ontstaan van vulkanen
D
ontstaan van aardbevingen, gebergten en vulkanen
Slide 7 - Quiz
Wat komt er uit een vulkaan bij een uitbarsting?
A
Alleen lava
B
lava en vulkanische as
C
lava, vulkanische as, stoom en gassen
D
magma, vulkanische as, stoom en gassen
Slide 8 - Quiz
Hoeveel soorten vulkanen zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 9 - Quiz
Welke vulkaan is laag en breed?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Spleetvulkaan
D
Calderavulkaan
Slide 10 - Quiz
Welke vulkaan is ingezakt, doordat de magmakamer leeg is gestroomd?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Spleetvulkaan
D
Calderavulkaan
Slide 11 - Quiz
Wanneer er een scheur in de aardkorst zit waar magma doorheen komt noemen we dit een...?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Spleetvulkaan
D
Calderavulkaan
Slide 12 - Quiz
Waar komen vulkanen het meeste voor?
A
alleen op hotspots
B
Alleen rondom tektonische platen
C
rondom tektonische platen en op hotspots
D
overal waar de aardkorst dunner is
Slide 13 - Quiz
Hoe opstaan vulkanen?
A
Doordat een oceanische plaat en een continentale plaat naar elkaar toe bewegen.
B
Doordat twee oceanische platen naar elkaar toe bewegen.
C
Doordat twee continentale platen naar elkaar toe bewegen.
