Les 1 Tekstsoorten en -doelen

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* planning komende weken
* theorie tekstdoelen en 
-soorten 
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* met welk doel een tekst is geschreven.
* welke tekstsoort hoort bij welk tekstdoel.

timer
10:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* planning komende weken
* theorie tekstdoelen en 
-soorten 
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* met welk doel een tekst is geschreven.
* welke tekstsoort hoort bij welk tekstdoel.

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Tekstsoorten en -doelen
Een schrijver heeft een doel met een tekst; hij wil daar iets mee bereiken.
Daarvoor gebruikt hij een soort tekst.

Slide 2 - Diapositive

Tekstsoorten

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Informerende tekst
► Feiten, wat echt gebeurd is.


Doel:
► Betrouwbare informatie aan de lezer geven.
► Instructie geven
► Iets beschrijven
► Anderen motiveren/activeren om iets te doen.

Tekstvorm: Artikel, studieboek, verslag, recept, handleiding, advertentie

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Waarderende tekst
► Oordeel

Doel:  

► De lezer overtuigen
► Evalueren van een boek, film, muziek etc.
► een onderwerp van meerdere kanten bekijken

Tekstvorm: betoog, recensie, column


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Verhalende tekst
► Verhaal

► Gevoelens en emoties
► Fantasie en fictie

Doel:
► De lezer vermaken of tot          nadenken aanzetten

Tekstvorm: roman, blog, filmscenario


Slide 12 - Diapositive

Kortom
Er zijn drie tekstsoorten:





Informerende
teksten

Waarderende teksten
Verhalende teksten

Slide 13 - Diapositive

Schrijven
Duizenden jaren geleden leefde er in Egypte een jongen die Toetanchamon heette.

a. Schrijf een vervolgzin waardoor dit een verhalende tekst wordt met als doel te amuseren.
b. Schrijf nu een vervolgzin waardoor dit een informerende tekst wordt met als doel te beschrijven.
c. Schrijf een vervolgzin waardoor dit een waarderende tekst wordt met als doel te overtuigen.
timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Kies 1 van de volgende onderwerpen: Lego, regenwoud, kakkerlakken en Anne Frank.
1. Verzamel zoveel mogelijk teksten over jouw gekozen onderwerp met steeds een ander tekstdoel. 
2. Noteer bij elke tekst het belangrijkste tekstdoel en hoe je dit doel gevonden hebt.
Hoe:
Op je laptop en schrift
Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Je aantekeningen
Docent (hand omhoog)
Tijd:
10 minuten
Klaar:
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Schrijfopdracht
Bij elk tekstdoel kun je wel een tekst over je eigen school schrijven. 
Kies zelf 3 tekstsoorten en omschrijf steeds in een paar zinnen de tekst die je hierbij over jouw school zou kunnen schrijven.

Slide 16 - Diapositive