Herhalingsoefeningen

Cellen en weefsels
Les 12 week 4 Periode 1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Cellen en weefsels
Les 12 week 4 Periode 1

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
-De student weet de begrippen rondom de cel te benoemen en kent de functie.
-De student kan de processen mitose/meiose in eigen woorden uitleggen en beschrijft de functie.
-De student weet de begrippen rondom metabolisme en transport te noemen en kent de functie.

Slide 2 - Diapositive

Chromosomen en genen
Je lichaam bestaat uit cellen. Iedere cel heeft een kern. 

Chromosomen:
In die kern zwerven 46 draadjes, de chromosomen. 
Er zijn steeds twee chromosomen die op elkaar lijken. 

De chromosomen zijn gemaakt van DNA. Het DNA ziet eruit als een soort wenteltrap.  
De volgorde waarin de stoffen voorkomen bepaalt onze erfelijke eigenschappen. 

Genen: Een stukje wenteltrap dat de informatie van  één eigenschap bevat, 
                 noemen we een gen. 
Elk mens bezit een eigen uniek DNA.
Het DNA van geen enkel mens is gelijk

Slide 3 - Diapositive

Vraag 1: Hoe noemen we de kleinst levende zelfstandige eenheid van het menselijk lichaam?

Slide 4 - Question ouverte

Wat vind je in onze celkern?
A
DNA
B
Cytoplasma
C
Mitochondriën
D
Vacuole

Slide 5 - Quiz

Welke celorganel is verantwoordelijk voor de energie?
A
ATP
B
Mitochondriën
C
Endoplasmatisch Reticulum
D
Vacuole

Slide 6 - Quiz

Diffusie is het verplaatsen van kleinere moleculen van een plaats met hoge concentratie naar een plaats met lage concentratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Anatomie is?
A
De bouw van het lichaam van alle levende wezens.
B
Hoe het lichaam in elkaar zit en hoe het werkt.
C
Stofwisseling.
D
Bouw van het lichaam van de mens.

Slide 8 - Quiz

Fysiologie is?
A
De uitwisseling van zuurstof en kooldioxide via de longen.
B
De leer van de levende wezens.
C
Gaat over hoe voedingsstoffen zich gedragen in ons lichaam.
D
De leer van de activiteiten in het lichaam van de mens

Slide 9 - Quiz

Anatomie
Fysiologie
Houdt zich bezig met het bestuderen van de opbouw van het menselijk lichaam
Is de wetenschap die zich bezighoudt met hoe het lichaam functioneert
Gaat over opbouw van cellen en spieren 
Gaat over het bewegen (van spieren en lichaam)

Slide 10 - Question de remorquage

Het genotype van een organisme komt tot stand op het moment van .......................
A
innesteling
B
dat de eicel die de zaadcel binnendringt
C
bevruchting
D
de invloed van het milieu

Slide 11 - Quiz

Menno zegt: De celkern van een levercel bevat de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen.

Annie zegt: Een gen bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen.
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Menno: waar Annie: nietwaar
D
Menno: nietwaar Annie: waar

Slide 12 - Quiz

46
Fenotype
nieuw genotype
        
         aantal chromosomen
            23 chromosomen
Zaadcel

Slide 13 - Question de remorquage

Welk celorganel zorgt voor de energielevering?
A
Endoplasmatisch reticulum
B
Golgi-apparaat
C
Lysosomen
D
Mitochondrien

Slide 14 - Quiz

Wat is histologie?
A
Weefselleer
B
Celleer
C
Spierleer
D
Zenuwleer

Slide 15 - Quiz

Wat is de Latijnse naam voor celkern?

Slide 16 - Question ouverte

Noem de medische namen van de 2 cellen zonder celkern.

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien