Les 2: e - ee

e - ee
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ANT2+Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

e - ee

Slide 1 - Diapositive

e

Slide 2 - Diapositive

Luister en zeg na (twee keer).

Slide 3 - Diapositive

net

Slide 4 - Diapositive

kerk

Slide 5 - Diapositive

geld

Slide 6 - Diapositive

bedden

Slide 7 - Diapositive

helpen

Slide 8 - Diapositive

bed
bek
bel
ben
bes
dek
den
gek
gen
heb
hef
heg
hek
hel
hem
hen
her
hes
het
ken
lef
leg
lek
lel
les
let
men
mep
mes
met
nek
nep
net
pek
pel
pen
per
pet
red
rek
rel
rem
ren
rep
tem
tel
vel
ven
ver
vet
web
wed
weg
wek
wel
wen
zeg
zes
zet

Slide 9 - Diapositive

Wat zie je?
A
net
B
helpen
C
bedden
D
geld

Slide 10 - Quiz

Wat zie je?
A
kerk
B
helpen
C
net
D
geld

Slide 11 - Quiz

Wat zie je?
A
helpen
B
geld
C
net
D
bedden

Slide 12 - Quiz

Wat zie je?
A
kerk
B
geld
C
net
D
helpen

Slide 13 - Quiz

Wat zie je?
A
bedden
B
kerk
C
geld
D
helpen

Slide 14 - Quiz

ik hoor e

Slide 15 - Question de remorquage

ee

Slide 16 - Diapositive

Luister en zeg na (twee keer).

Slide 17 - Diapositive

zeep

Slide 18 - Diapositive

weeg

Slide 19 - Diapositive

speel

Slide 20 - Diapositive

eten

Slide 21 - Diapositive

smeer

Slide 22 - Diapositive

beef
beek
been
beet
deeg
deen
geef
geen
heen
hees
heet
keet
leed
leef
leeg
leek
leem
leen
lees
meen
mees
meet
neef
neem
peen
pees
reep
reet
teef
teek
teen
veeg
veen
weef
weeg
week
ween
wees
weet
zeef
zeem
zeep

Slide 23 - Diapositive

Wat zie je?
A
zeep
B
weeg
C
smeer
D
speel

Slide 24 - Quiz

Wat zie je?
A
speel
B
weeg
C
zeep
D
eten

Slide 25 - Quiz

Wat zie je?
A
smeer
B
weeg
C
zeep
D
speel

Slide 26 - Quiz

Wat zie je?
A
smeer
B
speel
C
zeep
D
weeg

Slide 27 - Quiz

Wat zie je?
A
smeer
B
eten
C
speel
D
weeg

Slide 28 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 29 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 30 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 31 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 32 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 33 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 34 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 35 - Quiz

Hoor je "e" of "ee"?
A
e
B
ee

Slide 36 - Quiz

woorden met e
woorden met ee

Slide 37 - Question de remorquage

- Ik lees de zinnen voor.
- Vul in: e of ee.
- We kijken samen na.

(Blad op J-schijf in bestand
auditieve discriminatie.)

Slide 38 - Diapositive

- Ik zeg een woord.
- Hoor je e of ee?
- Omcirkel het goede antwoord.


Voorbeeld 1: pen
Voorbeeld 2: peen

(Daarna het digibord uitzetten/bevriezen!)


(Blad op J-schijf in bestand
auditieve discriminatie.)

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Kies 9 woorden uit.
Schrijf ze op de bingo-kaart (J-schijf).
In elk vakje 1 woord.
tak
pan
trap
park
plant
aap
kaal
laars
traan
paard
net
kerk
geld
bedden
helpen
zeep
weeg
speel
eten
smeer

Slide 41 - Diapositive