Voor de leerkracht (Voorkennis)
Bij de volgende werkvorm wordt de voorkennis van de leerlingen geactiveerd. De leerlingen kennen al enkele (simpele) decimalen die bij breuken horen en andersom. Je maakt kaartjes met daarop breuken als 1/2, 3/4 , 4/5 etc...
Daarnaast heb je kaartjes nodig met decimalen als 0,50, 0,75, 0,80 etc..
De leerkracht doet eerst voor hoe het moet en daarna kunnen de leerlingen aan de slag. Door deze werkvorm te gebruiken, zijn de leerlingen actief bezig met het onderwerp van de les en worden de makkelijkere decimalen en breuken weer naar boven gehaald.
Let op! Laat de leerlingen hun combinatie aan jou zien voordat ze gaan zitten. Bespreek na elke ronde welke combinaties er zijn gemaakt. Doe maximaal 3 rondes in verband met de tijd.