KA'CHING

KA'CHING
Vorm tweetallen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

KA'CHING
Vorm tweetallen

Slide 1 - Diapositive

Spelmateriaal
  • 1 spelbord
  • 2 invulbladen
  • 3 paarse kaarten
  • 3 oranje kaarten
  • 2 x pion
  • 10 x kledingmunten 

Slide 2 - Diapositive

Directeur kledingwinkel
Spelers                     Iedere speler heeft een eigen kledingwinkel 
                                     met één concurrent

Speldoel                  Maak meer omzet dan jouw concurrent

Winnaar                   Degene met een hogere omzet dan de 
                                     directe concurrent

Slide 3 - Diapositive

Jullie winkel:
Locatie                            Jullie huren winkels naast elkaar in het                                                      centrum

Assortiment                 Jullie winkels verkopen precies dezelfde
                                           merken en modellen

Verkoopprijs   € 50,00
Plaats nu allemaal jouw jouw 
pion op het spelbord bij € 50,00

Slide 4 - Diapositive

De markt
Samen verkopen jullie elke beurt 10 kledingstukken voor dezelfde prijs.

Wat is dan de eerste ronde de afzet per persoon?

  • De afzet is 5 kledingstukken (elk muntje = 1 kledingstuk)

Slide 5 - Diapositive

Omzet
Omzet = de totale opbrengst van de verkochte producten.

omzet = afzet x verkoopprijs

omzet = 5 x € 50,00

Omzet = € 250,00

Slide 6 - Diapositive

Invulblad
Stap 1    Vouw het invulblad 

Stap 2   Vul het aantal munten in onder afzet

Stap 3   Vul de prijs in waar je jouw kleding voor verkoopt

Stap 4   Bereken de omzet (afzet x verkoopprijs)

Slide 7 - Diapositive

Spelverloop
Elke ronde pak je jouw kaarten in je hand en kun je kiezen uit 3 kaarten

Slide 8 - Diapositive

Kaart 1: Prijsdaling
  • Speel de prijsdaling kaart
  • Zet je pion 1 stapje lager op het bord 

Resultaat:
  • Prijs € 10,00 omlaag
  • Je wordt goedkoper
  • Je krijgt 1 muntje van je tegenstander

Slide 9 - Diapositive

Kaart 2: Prijsstijging
  • Speel de prijsstijging kaart
  • Zet je pion 1 stapje hoger op het bord 

Resultaat:
  • Prijs € 10,00 omhoog
  • Je wordt duurder
  • Je geeft 1 muntje aan je tegenstander

Slide 10 - Diapositive

Kaart 3: Ik pas
  • Speel de ik pas kaart
  • Je verandert helemaal niets aan jouw prijzen


Slide 11 - Diapositive

Speelronde
Stap 1   Kies kaart

Stap 2   Speel de kaarten tegelijk

Stap 3   Speler 1, verplaats pion, ontvang of geef munt

Stap 4   Speler 2, verplaats pion, ontvang of geef munt

Slide 12 - Diapositive

Invulblad
Stap 1   Vul het aantal munten in onder afzet

Stap 2   Vul de prijs in waar je jouw kleding voor verkoopt

Stap 3   Bereken de omzet (afzet x verkoopprijs)

Slide 13 - Diapositive

Zijn er vragen?
Dan gaan we zo beginnen.
Ben je klaar? Zet je totale omzet op het bord!
Succes!

Slide 14 - Diapositive

Wie had er meer omzet dan de concurrent?
Wat was de winnende tactiek?

Slide 15 - Diapositive

Wat gebeurde er met je afzet wanneer je je prijs verlaagde?

Slide 16 - Diapositive

Wat is het gevaar van concurreren?

Slide 17 - Diapositive

Omzet
  • Wat betekent omzet ook alweer?
  • Omzet = totale opbrengsten van de verkopen
  • Mag je dit als eigenaar in je zak steken?
  • Wat bedoelen we dan met het nettoresultaat? 

Slide 18 - Diapositive

Zorg dat alles weer compleet in het zakje zit. Het formulier moet je bewaren!

Slide 19 - Diapositive